Summary
Swedish to Dutch: more detail...
-
gods:
- handelswaar; waren; goederen; koopwaar; waar; materiaal; spul; goedje; vracht; lading; belading; last; riddergoed; artikelen; voorwerpen; vrachtgoed
- Wiktionary:
Swedish
Detailed Translations for gods from Swedish to Dutch
gods:
-
gods (handelsvaror; varor)
-
gods
-
gods (last; frakt)
-
gods (herrgård)
het riddergoed -
gods (artiklar; produkter; handelsvaror)
-
gods (fraktgods; frakt; last)
het vrachtgoed
Translation Matrix for gods:
Synonyms for "gods":
External Machine Translations: