Dutch
Detailed Translations for zeggenschap from Dutch to Swedish
zeggenschap:
Translation Matrix for zeggenschap:
Noun | Related Translations | Other Translations |
administration | beheer; bescherming; bewaking; controle; hoede; toezicht; zeggenschap; zorg | administratie |
förmunderskap | beheer; bescherming; bewaking; controle; hoede; toezicht; zeggenschap; zorg | |
förmyndarskap | voogdij; zeggenschap | onmondigheid; voogdijschap |
kontroll | voogdij; zeggenschap | afstelknop; beheersing; besturingselement; check up; controledienst; inspectie; keuren; mate van bekwaamheid; medische keuring; meesterschap; natellen; navorsing; onderhoudsbeurt; onderzoek |
uppsikt | beheer; bescherming; bewaking; controle; hoede; toezicht; zeggenschap; zorg | bewaking; controle; hoede; supervisie; surveillance; voogdij; voogdijschap |
vård | beheer; bescherming; bewaking; controle; hoede; toezicht; zeggenschap; zorg | verpleging; verzorging; voogdij; voogdijschap; zorg |
Wiktionary Translations for zeggenschap:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• zeggenschap | → myndighet | ↔ autorité — pouvoir ou droit de commander, d’obliger quelqu’un à quelque chose. |