Summary
Dutch to Swedish: more detail...
- verkeer:
- verkeren:
-
Wiktionary:
- verkeer → trafik, samfärdsel, handel, förhållande, relation, berättelse, historia, bekant
- verkeren → frekventera
Dutch
Detailed Translations for verkeer from Dutch to Swedish
verkeer:
-
het verkeer (geslachtsgemeenschap; omgang)
-
het verkeer (vervoer over openbare wegen)
-
het verkeer
Translation Matrix for verkeer:
Noun | Related Translations | Other Translations |
publiks transport | verkeer; vervoer over openbare wegen | |
samlag | geslachtsgemeenschap; omgang; verkeer | coïtus; geslachtsdaad |
sex | geslachtsgemeenschap; omgang; verkeer | S; Sex; seks; sex |
sexuell gemenskap | geslachtsgemeenschap; omgang; verkeer | |
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
trafik | verkeer |
Related Definitions for "verkeer":
Wiktionary Translations for verkeer:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verkeer | → trafik; samfärdsel | ↔ traffic — pedestrians or vehicles on roads or on the air |
• verkeer | → handel | ↔ traffic — commercial transportation or exchange of goods |
• verkeer | → trafik | ↔ traffic — exchange or flux of information, messages or data |
• verkeer | → förhållande; relation; berättelse; historia; bekant | ↔ relation — À trier |
• verkeer | → trafik | ↔ trafic — négoce, commerce de marchandises. |
verkeren:
-
verkeren (ergens verkeren)
-
verkeren (omgaan met)
Conjugations for verkeren:
o.t.t.
- verkeer
- verkeert
- verkeert
- verkeren
- verkeren
- verkeren
o.v.t.
- verkeerde
- verkeerde
- verkeerde
- verkeerden
- verkeerden
- verkeerden
v.t.t.
- heb verkeerd
- hebt verkeerd
- heeft verkeerd
- hebben verkeerd
- hebben verkeerd
- hebben verkeerd
v.v.t.
- had verkeerd
- had verkeerd
- had verkeerd
- hadden verkeerd
- hadden verkeerd
- hadden verkeerd
o.t.t.t.
- zal verkeren
- zult verkeren
- zal verkeren
- zullen verkeren
- zullen verkeren
- zullen verkeren
o.v.t.t.
- zou verkeren
- zou verkeren
- zou verkeren
- zouden verkeren
- zouden verkeren
- zouden verkeren
diversen
- verkeer!
- verkeert!
- verkeerd
- verkerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for verkeren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
datera | omgaan met; verkeren | dagtekenen; dateren |
vara någonstans | ergens verkeren; verkeren |
Related Definitions for "verkeren":
Wiktionary Translations for verkeren:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verkeren | → frekventera | ↔ fréquenter — aller souvent dans un lieu. |