Summary
Dutch
Detailed Translations for type from Dutch to Swedish
type:
-
het type (genre; soort; slag)
-
het type (uiterlijk; verschijning; voorkomen; gedaante; buitenkant; vorm; vertoon; aanzien; aangezicht; gelaat)
-
het type (figuur; individu)
Translation Matrix for type:
Noun | Related Translations | Other Translations |
framträdande | aangezicht; aanzien; buitenkant; gedaante; gelaat; type; uiterlijk; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm | aanblik; aangezicht; buitenkant; comparatie; gedaante; iemand zijn uiterlijk; indringerigheid; uiterlijk; verschijning; verschijningsvorm; vertoon; voorkomen; vorm |
genre | genre; slag; soort; type | aard; genre; klasse; onderverdeling |
individ | figuur; individu; type | eenling; enkeling; iemand; individu; mens; mensenkind; persoon; sterveling; wezen |
person | figuur; individu; type | iemand; individu; mens; mensenkind; persoon; sterveling; wezen |
stil | genre; slag; soort; type | aanzien; allure; speurzin |
typ | figuur; individu; type | aard; gast; gozer; kerel; klasse; knakker; knul; man; onderverdeling; vent |
- | figuur; vogel | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
framträdande | invloedrijk; vooraanstaand |