Dutch
Detailed Translations for tot stilstand komen from Dutch to Swedish
tot stilstand komen:
-
tot stilstand komen
tot stilstand komen verb (kom tot stilstand, komt tot stilstand, kwam tot stilstand, kwamen tot stilstand, tot stilstand gekomen)
-
tot stilstand komen (stilstaan)
stanna; stå stilla; komma till stillestånd-
komma till stillestånd verb (kommer till stillestånd, komm till stillestånd, kommit till stillestånd)
Conjugations for tot stilstand komen:
o.t.t.
- kom tot stilstand
- komt tot stilstand
- komt tot stilstand
- komen tot stilstand
- komen tot stilstand
- komen tot stilstand
o.v.t.
- kwam tot stilstand
- kwam tot stilstand
- kwam tot stilstand
- kwamen tot stilstand
- kwamen tot stilstand
- kwamen tot stilstand
v.t.t.
- ben tot stilstand gekomen
- bent tot stilstand gekomen
- is tot stilstand gekomen
- zijn tot stilstand gekomen
- zijn tot stilstand gekomen
- zijn tot stilstand gekomen
v.v.t.
- was tot stilstand gekomen
- was tot stilstand gekomen
- was tot stilstand gekomen
- waren tot stilstand gekomen
- waren tot stilstand gekomen
- waren tot stilstand gekomen
o.t.t.t.
- zal tot stilstand komen
- zult tot stilstand komen
- zal tot stilstand komen
- zullen tot stilstand komen
- zullen tot stilstand komen
- zullen tot stilstand komen
o.v.t.t.
- zou tot stilstand komen
- zou tot stilstand komen
- zou tot stilstand komen
- zouden tot stilstand komen
- zouden tot stilstand komen
- zouden tot stilstand komen
diversen
- kom tot stilstand!
- komt tot stilstand!
- tot stilstand gekomen
- tot stilstand komend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for tot stilstand komen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
komma till stillastånd | tot stilstand komen | |
stanna | aborteren; stilhouden; stoppen | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
komma till stillestånd | stilstaan; tot stilstand komen | |
stanna | stilstaan; tot stilstand komen | doen stoppen; halt houden; ophouden; remmen; stopzetten; tegengehouden worden; tegenhouden; tot staan brengen |
stå stilla | stilstaan; tot stilstand komen | blijven staan; inhouden; stilhouden; stilstaan; stoppen |