Dutch
Detailed Translations for tot gevolg hebben from Dutch to Swedish
tot gevolg hebben:
tot gevolg hebben verb (heb tot gevolg, hebt tot gevolg, had tot gevolg, hadden tot gevolg, tot gevolg gehad)
-
tot gevolg hebben (resulteren; uitmonden; resultaat)
Conjugations for tot gevolg hebben:
o.t.t.
- heb tot gevolg
- hebt tot gevolg
- hebt tot gevolg
- hebben tot gevolg
- hebben tot gevolg
- hebben tot gevolg
o.v.t.
- had tot gevolg
- had tot gevolg
- had tot gevolg
- hadden tot gevolg
- hadden tot gevolg
- hadden tot gevolg
v.t.t.
- heb tot gevolg gehad
- hebt tot gevolg gehad
- heeft tot gevolg gehad
- hebben tot gevolg gehad
- hebben tot gevolg gehad
- hebben tot gevolg gehad
v.v.t.
- had tot gevolg gehad
- had tot gevolg gehad
- had tot gevolg gehad
- hadden tot gevolg gehad
- hadden tot gevolg gehad
- hadden tot gevolg gehad
o.t.t.t.
- zal tot gevolg hebben
- zult tot gevolg hebben
- zal tot gevolg hebben
- zullen tot gevolg hebben
- zullen tot gevolg hebben
- zullen tot gevolg hebben
o.v.t.t.
- zou tot gevolg hebben
- zou tot gevolg hebben
- zou tot gevolg hebben
- zouden tot gevolg hebben
- zouden tot gevolg hebben
- zouden tot gevolg hebben
en verder
- ben tot gevolg gehad
- bent tot gevolg gehad
- is tot gevolg gehad
- zijn tot gevolg gehad
- zijn tot gevolg gehad
- zijn tot gevolg gehad
diversen
- heb tot gevolg!
- hebt tot gevolg!
- tot gevolg gehad
- tot gevolg hebbend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for tot gevolg hebben:
Verb | Related Translations | Other Translations |
leda till | resultaat; resulteren; tot gevolg hebben; uitmonden | culmineren; leiden tot; omhoogvoeren; resulteren; uitkomen bij; uitvloeien in |
resultera i | resultaat; resulteren; tot gevolg hebben; uitmonden | culmineren; resulteren; uitkomen bij; uitvloeien in |
sluta med | resultaat; resulteren; tot gevolg hebben; uitmonden | aflopen met; opdoeken; opheffen |
visa sig att | resultaat; resulteren; tot gevolg hebben; uitmonden |