Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. rouwklagen:


Dutch

Detailed Translations for rouwklagen from Dutch to Swedish

rouwklagen:

rouwklagen verb (rouwklaag, rouwklaagt, rouwklaagde, rouwklaagden, gerouwklaagd)

  1. rouwklagen
    begråta; klaga; beklaga; jämra
    • begråta verb (begråter, begrät, begråtit)
    • klaga verb (klagar, klagade, klagat)
    • beklaga verb (beklagar, beklagade, beklagat)
    • jämra verb (jämrar, jämrade, jämrat)

Conjugations for rouwklagen:

o.t.t.
  1. rouwklaag
  2. rouwklaagt
  3. rouwklaagt
  4. rouwklagen
  5. rouwklagen
  6. rouwklagen
o.v.t.
  1. rouwklaagde
  2. rouwklaagde
  3. rouwklaagde
  4. rouwklaagden
  5. rouwklaagden
  6. rouwklaagden
v.t.t.
  1. heb gerouwklaagd
  2. hebt gerouwklaagd
  3. heeft gerouwklaagd
  4. hebben gerouwklaagd
  5. hebben gerouwklaagd
  6. hebben gerouwklaagd
v.v.t.
  1. had gerouwklaagd
  2. had gerouwklaagd
  3. had gerouwklaagd
  4. hadden gerouwklaagd
  5. hadden gerouwklaagd
  6. hadden gerouwklaagd
o.t.t.t.
  1. zal rouwklagen
  2. zult rouwklagen
  3. zal rouwklagen
  4. zullen rouwklagen
  5. zullen rouwklagen
  6. zullen rouwklagen
o.v.t.t.
  1. zou rouwklagen
  2. zou rouwklagen
  3. zou rouwklagen
  4. zouden rouwklagen
  5. zouden rouwklagen
  6. zouden rouwklagen
diversen
  1. rouwklaag!
  2. rouwklaagt!
  3. gerouwklaagd
  4. rouwklagend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for rouwklagen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
begråta rouwklagen bewenen
beklaga rouwklagen meeleven; meevoelen
jämra rouwklagen brullen; gillen; janken
klaga rouwklagen bezwaar aantekenen; bezwaar maken; bezwaren; eisen; foeteren; huilen; jammeren; jeremiëren; kankeren; kermen; klagen; knorren; knorrend geluid maken; protesteren; reclameren; sakkeren; schreien; sputteren; tegenpruttelen; tegensputteren; uitgieren; weeklagen; zeuren