Home ->Dictionaries ->Dutch/Swedish ->Translate oplettendheid

Translate oplettendheid from Dutch to Swedish

Summary

Dutch to Swedish: more detail...

oplettendheid:
- uppmärksamhet; intresse
oplettend:
- vaken; snabb; kvickt; snabbt; vaket; observant
Wiktionary:
- oplettendheid → väntan
- oplettend → uppmärksam, påpasslig, artig

Dutch

Detailed Translations for oplettendheid from Dutch to Swedish

oplettendheid:

oplettendheid [de ~ (v)] noun

de oplettendheid (attentie; aandacht; opmerkzaamheid)
uppmärksamhet; intresse
- uppmärksamhet [-en] noun
- intresse [-ett] noun

Translation Matrix for oplettendheid:

Noun	Related Translations	Other Translations
intresse	aandacht; attentie; oplettendheid; opmerkzaamheid	aandacht; belangstelling; interesse
uppmärksamhet	aandacht; attentie; oplettendheid; opmerkzaamheid	acht; attentie; inachtneming; oppassen; uitkijken

Related Words for "oplettendheid":

oplettendheden, oplettend

Wiktionary Translations for oplettendheid:

Cross Translation:

From	To	Via
• oplettendheid	→ väntan	↔ attention — concentration particulière sur quelque chose ; application d’esprit à quelque chose.

oplettendheid form of oplettend:

oplettend adj

oplettend (alert; wakker; uitgeslapen)
vaken; snabb; kvickt; snabbt; vaket
- vaken adj
- snabb adj
- kvickt adj
- snabbt adj
- vaket adj
oplettend (opmerkzaam; aandachtig)
observant
- observant adj

Translation Matrix for oplettend:

Noun	Related Translations	Other Translations
kvickt		stroomversnelling
Modifier	Related Translations	Other Translations
kvickt	alert; oplettend; uitgeslapen; wakker	bedachtzaam; correct; doordacht; gevat; nadenkend; pienter; raadzaam; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; uitgeslapen; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig
observant	aandachtig; oplettend; opmerkzaam
snabb	alert; oplettend; uitgeslapen; wakker	dra; eerstdaags; gauw; haastig; in alle haast; in allerijl; kortstondig; spoedig; terloops; vluchtig; weldra
snabbt	alert; oplettend; uitgeslapen; wakker	abrupt; bruusk; direct; dra; eensklaps; eerstdaags; gauw; gezwind; haastig; in alle haast; kortstondig; opeens; plots; plotseling; plotsklaps; schielijk; spoedig; terloops; vluchtig; weldra
vaken	alert; oplettend; uitgeslapen; wakker	ad rem; alert; hoede; paraat; slagvaardig; voorzichtig; waaks; waakzaam; wakend; wakker
vaket	alert; oplettend; uitgeslapen; wakker	ad rem; alert; hoede; paraat; slagvaardig; voorzichtig; waaks; waakzaam; wakend; wakker

Related Words for "oplettend":

oplettendheid, oplettender, oplettendere

Wiktionary Translations for oplettend:

Cross Translation:

From	To	Via
• oplettend	→ uppmärksam; påpasslig; artig	↔ attentif — Qui a de l’attention, de la concentration sur quelque chose.