Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. ontkoppeling:


Dutch

Detailed Translations for ontkoppeling from Dutch to Swedish

ontkoppeling:

ontkoppeling [de ~ (v)] noun

  1. de ontkoppeling (afhaken; afkoppeling)

Translation Matrix for ontkoppeling:

NounRelated TranslationsOther Translations
avhäktad afhaken; afkoppeling; ontkoppeling
avkopplande afhaken; afkoppeling; ontkoppeling afleiding; geruststelling; kalmering; verpozing; verstrooiing; verzet; verzetje
uppknäppad afhaken; afkoppeling; ontkoppeling

Related Words for "ontkoppeling":

  • ontkoppelingen