Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. melken:
  2. melk:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for melken from Dutch to Swedish

melken:

melken verb (melk, melkt, molk, molken, gemolken)

  1. melken
    mjölka
    • mjölka verb (mjölkar, mjölkade, mjölkat)

Conjugations for melken:

o.t.t.
  1. melk
  2. melkt
  3. melkt
  4. melken
  5. melken
  6. melken
o.v.t.
  1. molk
  2. molk
  3. molk
  4. molken
  5. molken
  6. molken
v.t.t.
  1. heb gemolken
  2. hebt gemolken
  3. heeft gemolken
  4. hebben gemolken
  5. hebben gemolken
  6. hebben gemolken
v.v.t.
  1. had gemolken
  2. had gemolken
  3. had gemolken
  4. hadden gemolken
  5. hadden gemolken
  6. hadden gemolken
o.t.t.t.
  1. zal melken
  2. zult melken
  3. zal melken
  4. zullen melken
  5. zullen melken
  6. zullen melken
o.v.t.t.
  1. zou melken
  2. zou melken
  3. zou melken
  4. zouden melken
  5. zouden melken
  6. zouden melken
en verder
  1. is gemolken
  2. zijn gemolken
diversen
  1. melk!
  2. melkt!
  3. gemolken
  4. melkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for melken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
mjölka melken

Related Words for "melken":


Wiktionary Translations for melken:

melken
verb
  1. veeteelt|nld de melk uit de uier van een koe of een geit halen

Cross Translation:
FromToVia
melken mjölka milk — to express milk from mammal
melken mjölka traire — Extraire le lait des pis d’un mammifère femelle.

melken form of melk:

melk [de ~] noun

  1. de melk
    mjölk

Translation Matrix for melk:

NounRelated TranslationsOther Translations
mjölk melk

Related Words for "melk":


Related Definitions for "melk":

  1. witte vloeistof uit uiers van zoogdier voor pasgeboren jong1
    • de melk van de koe gaat naar de fabriek1

Wiktionary Translations for melk:

melk
noun
  1. het voedzame vocht uit de melkklieren van vrouwelijke zoogdieren

Cross Translation:
FromToVia
melk mjölk milk — liquid
melk mjölk lait — Produit des glandes mammaires