Summary
Dutch to Swedish: more detail...
- ingewikkeld:
- inwikkelen:
-
Wiktionary:
- ingewikkeld → komplex, komplicerad, invecklad
Dutch
Detailed Translations for ingewikkeld from Dutch to Swedish
ingewikkeld:
-
ingewikkeld (gecompliceerd; complex)
-
ingewikkeld (gewikkeld in)
Translation Matrix for ingewikkeld:
Noun | Related Translations | Other Translations |
komplex | complex | |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
- | lastig; moeilijk | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
inslagen | gewikkeld in; ingewikkeld | |
inslaget | gewikkeld in; ingewikkeld | ingeslagen |
intrikat | complex; gecompliceerd; ingewikkeld | |
komplex | complex; gecompliceerd; ingewikkeld | |
komplicerat | complex; gecompliceerd; ingewikkeld | |
svårt | complex; gecompliceerd; ingewikkeld | gestreng; kritisch; lastig; moeilijk; niet makkelijk; niet toegevend; ongemakkelijk; pittig; problematisch; ruige; straf; streng; zwaar |
Related Words for "ingewikkeld":
Synonyms for "ingewikkeld":
Antonyms for "ingewikkeld":
Related Definitions for "ingewikkeld":
Wiktionary Translations for ingewikkeld:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ingewikkeld | → komplex | ↔ complex — intricate |
• ingewikkeld | → komplicerad; komplex; invecklad | ↔ complex — not simple or straightforward |
• ingewikkeld | → komplicerad | ↔ complicated — difficult or convoluted |
inwikkelen:
-
inwikkelen (verpakken; emballeren; inpakken)
Conjugations for inwikkelen:
o.t.t.
- wikkel in
- wikkelt in
- wikkelt in
- wikkelen in
- wikkelen in
- wikkelen in
o.v.t.
- wikkelde in
- wikkelde in
- wikkelde in
- wikkelden in
- wikkelden in
- wikkelden in
v.t.t.
- heb ingewikkeld
- hebt ingewikkeld
- heeft ingewikkeld
- hebben ingewikkeld
- hebben ingewikkeld
- hebben ingewikkeld
v.v.t.
- had ingewikkeld
- had ingewikkeld
- had ingewikkeld
- hadden ingewikkeld
- hadden ingewikkeld
- hadden ingewikkeld
o.t.t.t.
- zal inwikkelen
- zult inwikkelen
- zal inwikkelen
- zullen inwikkelen
- zullen inwikkelen
- zullen inwikkelen
o.v.t.t.
- zou inwikkelen
- zou inwikkelen
- zou inwikkelen
- zouden inwikkelen
- zouden inwikkelen
- zouden inwikkelen
en verder
- ben ingewikkeld
- bent ingewikkeld
- is ingewikkeld
- zijn ingewikkeld
- zijn ingewikkeld
- zijn ingewikkeld
diversen
- wikkel in!
- wikkelt in!
- ingewikkeld
- inwikkelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for inwikkelen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
packa | emballeren; inpakken; inwikkelen; verpakken | bijeenzamelen; emballeren; inpakken; opeenhopen; oppotten; sparen; vergaren; verzamelen |