Noun | Related Translations | Other Translations |
hemlighetsfull
|
|
discretie; geheimhouding; kiesheid
|
hemligt
|
|
geheimzinnigheid; mysterie
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
bakslug
|
achterbaks; doortrapt; geniepig; gluiperig; in het geniep; listig; slinks; snood; stiekem
|
|
bakslugt
|
achterbaks; doortrapt; geniepig; gluiperig; in het geniep; listig; slinks; snood; stiekem
|
|
bedräglig
|
achterbaks; doortrapt; geniepig; gluiperig; in het geniep; listig; slinks; snood; stiekem
|
bedrieglijk; illusoir; misleidend
|
bedrägligt
|
achterbaks; doortrapt; geniepig; gluiperig; in het geniep; listig; slinks; snood; stiekem
|
bedrieglijk; illusoir; leugenachtig; misleidend
|
dålig
|
achterbaks; geniepig; gluiperig; in het geniep; snood; stiekem
|
aan een ziekte lijdend; arm; banaal; bekaaid; boosaardig; er bekaaid afkomen; inferieur; laag; malicieus; minderwaardig; ondermaats; ondeugdelijk; pover; schamel; slecht; tweederangs; verraderlijk; vuig; ziek; zwak
|
dåligt
|
achterbaks; geniepig; gluiperig; in het geniep; snood; stiekem
|
aan een ziekte lijdend; arm; banaal; bekaaid; boosaardig; er bekaaid afkomen; gemeen; inferieur; laag; malicieus; min; minderwaardig; ondermaats; ondeugdelijk; pover; schamel; slecht; tweederangs; vals; verraderlijk; vuig; ziek; zwak
|
falsk
|
achterbaks; geniepig; gluiperig; in het geniep; snood; stiekem
|
achterbaks; bedriegelijk; doortrapt; geaffecteerd; gefingeerd; gehaaid; gekunsteld; gemaakt; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gewrongen; gezocht; gluiperig; kwaadwillig; leep; leugenachtig; listig; met slechte intentie; nagemaakt; niet echt; ondergeschoven; onecht; onnatuurlijk; onwaar; onwelluidend; slecht; slinks; sluw; snood; stiekem; tweetongig; uitgekookt; vals
|
falskt
|
achterbaks; geniepig; gluiperig; in het geniep; snood; stiekem
|
achterbaks; bedriegelijk; doorelkaar; doortrapt; geaffecteerd; gefingeerd; gehaaid; gekunsteld; gemaakt; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gewrongen; gezocht; gluiperig; in de war; kwaadwillig; leep; leugenachtig; listig; met slechte intentie; nagemaakt; niet echt; ondergeschoven; onecht; onheus; onnatuurlijk; onwaar; onwaarachtig; onwelluidend; slecht; slinks; sluw; snood; stiekem; ten onrechte; tweetongig; uitgekookt; vals; valselijk
|
hemlig
|
bedekt; heimelijk; in het geniep; steels; stiekem; verholen; verstolen
|
clandestien; geniepig; ongeoorloofd
|
hemlighetsfull
|
heimelijk; in het geheim; in het geniep; op steelse wijze; steels; steelsgewijze; tersluiks
|
|
hemlighetsfulllt
|
heimelijk; in het geheim; in het geniep; op steelse wijze; steels; steelsgewijze; tersluiks
|
|
hemligt
|
bedekt; heimelijk; in het geniep; steels; stiekem; verholen; verstolen
|
geniepig; heimelijk; onderhands; stilletjes; verdekt
|
i skymm undan
|
geheim; heimelijk; in het geheim; in het geniep; steels; stiekem; verstolen
|
|
lömskt
|
achterbaks; doortrapt; geniepig; gluiperig; in het geniep; listig; slinks; snood; stiekem
|
vals; verraderlijk
|
skamlig
|
achterbaks; geniepig; gluiperig; in het geniep; snood; stiekem
|
onbehoorlijk; onbetamelijk; oneervol; onfatsoenlijk; ongehoord; ongepast; onwelvoegelijk; schandalig; verfoeilijk; zondig
|
skamligt
|
achterbaks; geniepig; gluiperig; in het geniep; snood; stiekem
|
onbehoorlijk; onbetamelijk; oneervol; onfatsoenlijk; ongehoord; ongepast; onwelvoegelijk; roemloos; schandalig; verfoeilijk; zondig
|