Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. honorarium:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for honorarium from Dutch to Swedish

honorarium:

honorarium [het ~] noun

  1. het honorarium (salaris; loon; bezoldiging; )
    lön; inkomst; betalning; avlöning

Translation Matrix for honorarium:

NounRelated TranslationsOther Translations
avlöning arbeidsloon; bezoldiging; gage; honorarium; loon; salaris; soldij; traktement; verdienste; wedde bezoldiging; gage; inkomen; loon; salaris
betalning arbeidsloon; bezoldiging; gage; honorarium; loon; salaris; soldij; traktement; verdienste; wedde afrekening; afrekening in het criminele circuit; betalen; betaling; dokken; genoegdoening; inkomen; inkomen uit onderneming; loon; nettolading; salaris; soldij; uitbetaling; voldoen; volstorten; volstorting; wedde
inkomst arbeidsloon; bezoldiging; gage; honorarium; loon; salaris; soldij; traktement; verdienste; wedde arbeidsinkomen; inkomen; inkomen uit onderneming; inkomsten; loon; ontvangsten; salaris; verdiensten
lön arbeidsloon; bezoldiging; gage; honorarium; loon; salaris; soldij; traktement; verdienste; wedde betaling; bezoldiging; gage; inkomen; inkomen uit onderneming; kostenvergoeding; loon; salaris; salariëring; vergelding; vergoeding

Related Words for "honorarium":

  • honorariums

Related Definitions for "honorarium":

  1. loon voor werk dat je niet in dienstverband verricht1
    • welk honorarium krijgt deze journalist?1

Wiktionary Translations for honorarium:


Cross Translation:
FromToVia
honorarium avgift fee — monetary payment charged for professional services