Summary
Dutch to Swedish: more detail...
-
gezindheid:
- tro; övertygelse; åsikt; syn; ståndpunkt; håg; benägenhet; böjelse
- gezind:
Dutch
Detailed Translations for gezindheid from Dutch to Swedish
gezindheid:
-
de gezindheid (geloofsovertuiging; geloof; confessie; gezindte)
-
de gezindheid (overtuiging; vaststaande mening)
-
de gezindheid (geneigdheid; inclinatie; neiging; hang)
Translation Matrix for gezindheid:
Related Words for "gezindheid":
gezind:
Translation Matrix for gezind:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
benägen | gezind | gehumeurd; gemutst; gestemd |
Related Words for "gezind":
External Machine Translations: