Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. geschok:


Dutch

Detailed Translations for geschok from Dutch to Swedish

geschok:

geschok [znw.] noun

  1. geschok (geschud)
    stöt; skakning

Translation Matrix for geschok:

NounRelated TranslationsOther Translations
skakning geschok; geschud convulsie; hort; huivering; kramp; rilling; samentrekking; schok; schokkende beweging; schouderophalen; siddering; stoot; stuip; stuiptrekking; tremor; trilling
stöt geschok; geschud bons; duw; duwtje; hengst; hobbeling; klap; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; opstopper; peut; pof; por; stoot; stootje; stuwdruk; zet
OtherRelated TranslationsOther Translations
stöt botsing
ModifierRelated TranslationsOther Translations
skakning stuiptrekkend