Dutch
Detailed Translations for bandeloos from Dutch to Swedish
bandeloos:
-
bandeloos (ongebonden; vrij; losbandig; ongebreideld)
-
bandeloos (verwilderd)
Translation Matrix for bandeloos:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
befriad från bojor | bandeloos; losbandig; ongebonden; ongebreideld; vrij | |
befriat från bojor | bandeloos; losbandig; ongebonden; ongebreideld; vrij | |
fri | bandeloos; losbandig; ongebonden; ongebreideld; vrij | beschikbaar; disponibel; loos; onafhankelijk; vacant; vrij; vrijgegeven; zonder taak |
fritt | bandeloos; losbandig; ongebonden; ongebreideld; vrij | beschikbaar; disponibel; loos; onafhankelijk; ongehinderd; ongemoeid; ongestoord; onverstoord; vacant; vrij; vrijuit; zonder taak |
laglös | bandeloos; verwilderd | |
laglöst | bandeloos; verwilderd | |
obundet | bandeloos; losbandig; ongebonden; ongebreideld; vrij |