Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. banaliteit:


Dutch

Detailed Translations for banaliteit from Dutch to Swedish

banaliteit:

banaliteit [de ~ (v)] noun

  1. de banaliteit (platheid)
    petitess; trivialitet; banalitet; småsak

Translation Matrix for banaliteit:

NounRelated TranslationsOther Translations
banalitet banaliteit; platheid trivialiteit
petitess banaliteit; platheid akkefietje; bagatel; kleinigheid
småsak banaliteit; platheid akkefietje; bagatel; dingetje; futiliteit; kleinigheid; niemendalletje; onbelangrijk iets; peulenschil; wissewasje
trivialitet banaliteit; platheid trivialiteit

Related Words for "banaliteit":

  • banaliteiten