Home
Dictionaries
Word Fun
About
Feedback
In Nederlands
Home
->
Dictionaries
->
Dutch/Swedish
->Translate aan elkaar binden
Translate
aan elkaar binden
from Dutch to Swedish
Search
Remove Ads
Summary
Dutch to Swedish:
more detail...
aan elkaar binden:
knyta
;
binda
;
fästa
;
knäppa
;
fixera
;
sätta fast
;
sammanbinda
;
binda ihop
Dutch
Detailed Translations for
aan elkaar binden
from Dutch to Swedish
aan elkaar binden:
aan elkaar binden
verb
aan elkaar binden
(
vastknopen
;
aan elkaar knopen
;
knopen
;
strikken
)
knyta
;
binda
;
fästa
;
knäppa
;
fixera
;
sätta fast
knyta
verb
(knyter, knöt, knuttit)
binda
verb
(binder, band, bundit)
fästa
verb
(fästar, fästade, fästat)
knäppa
verb
(knäpper, knäppte, knäppt)
fixera
verb
(fixerar, fixerade, fixerat)
sätta fast
verb
(sätter fast, satte fast, satt fast)
aan elkaar binden
(
samenbinden
;
verbinden
;
aaneenbinden
)
sammanbinda
;
binda ihop
sammanbinda
verb
(sammanbinder, sammanband, sammanbundit)
binda ihop
verb
(binder ihop, band ihop, bundit ihop)
Translation Matrix for
aan elkaar binden
:
Noun
Related Translations
Other Translations
binda
damesverband
;
maandverband
;
windsel
Verb
Related Translations
Other Translations
binda
aan elkaar binden
;
aan elkaar knopen
;
knopen
;
strikken
;
vastknopen
aan een touw vastleggen
;
in de val laten lopen
;
strikken
;
vastbinden
;
vastleggen
;
vastsjorren
;
vastsnoeren
;
verbinden
binda ihop
aan elkaar binden
;
aaneenbinden
;
samenbinden
;
verbinden
aan elkaar knopen
;
afbinden
;
afsnoeren
;
bevestigen
;
knopen
;
opbinden
;
verbinden
fixera
aan elkaar binden
;
aan elkaar knopen
;
knopen
;
strikken
;
vastknopen
fästa
aan elkaar binden
;
aan elkaar knopen
;
knopen
;
strikken
;
vastknopen
aan een touw vastleggen
;
aanhaken
;
aanhechten
;
aankoppelen
;
bevestigen
;
hechten
;
implanteren
;
in de val laten lopen
;
inplanten
;
strikken
;
uitlijnen
;
vastbinden
;
vasthaken
;
vastkoppelen
;
vastleggen
;
vastmaken
;
vastzetten
;
verbinden
;
verzekeren
knyta
aan elkaar binden
;
aan elkaar knopen
;
knopen
;
strikken
;
vastknopen
in de val laten lopen
;
samenballen
;
strikken
;
vastbinden
;
vastsjorren
knäppa
aan elkaar binden
;
aan elkaar knopen
;
knopen
;
strikken
;
vastknopen
gespen
sammanbinda
aan elkaar binden
;
aaneenbinden
;
samenbinden
;
verbinden
met gespannen voorwerp omsluiten
;
omspannen
;
overspannen
sätta fast
aan elkaar binden
;
aan elkaar knopen
;
knopen
;
strikken
;
vastknopen
aan elkaar bevestigen
;
aandraaien
;
aanhechten
;
aanspelden
;
bevestigen
;
door draaien vastmaken
;
hechten
;
vastmaken
Related Translations for
aan elkaar binden
aan
binden
elkaar
Remove Ads
Remove Ads