Dutch
Detailed Synonyms for verstrekken in Dutch
verstrekken:
-
verstrekken
-
verstrekken
-
verstrekken
-
verstrekken
-
verstrekken
Conjugations for verstrekken:
o.t.t.
- verstrek
- verstrekt
- verstrekt
- verstrekken
- verstrekken
- verstrekken
o.v.t.
- verstrekte
- verstrekte
- verstrekte
- verstrekten
- verstrekten
- verstrekten
v.t.t.
- heb verstrekt
- hebt verstrekt
- heeft verstrekt
- hebben verstrekt
- hebben verstrekt
- hebben verstrekt
v.v.t.
- had verstrekt
- had verstrekt
- had verstrekt
- hadden verstrekt
- hadden verstrekt
- hadden verstrekt
o.t.t.t.
- zal verstrekken
- zult verstrekken
- zal verstrekken
- zullen verstrekken
- zullen verstrekken
- zullen verstrekken
o.v.t.t.
- zou verstrekken
- zou verstrekken
- zou verstrekken
- zouden verstrekken
- zouden verstrekken
- zouden verstrekken
diversen
- verstrek!
- verstrekt!
- verstrekt
- verstrekkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze