Dutch
Detailed Synonyms for verklaren in Dutch
verklaren:
-
verklaren
-
verklaren
-
verklaren
-
verklaren
– het duidelijk maken 1 -
verklaren
– het officieel en plechtig meedelen 1
Conjugations for verklaren:
o.t.t.
- verklaar
- verklaart
- verklaart
- verklaren
- verklaren
- verklaren
o.v.t.
- verklaarde
- verklaarde
- verklaarde
- verklaarden
- verklaarden
- verklaarden
v.t.t.
- heb verklaard
- hebt verklaard
- heeft verklaard
- hebben verklaard
- hebben verklaard
- hebben verklaard
v.v.t.
- had verklaard
- had verklaard
- had verklaard
- hadden verklaard
- hadden verklaard
- hadden verklaard
o.t.t.t.
- zal verklaren
- zult verklaren
- zal verklaren
- zullen verklaren
- zullen verklaren
- zullen verklaren
o.v.t.t.
- zou verklaren
- zou verklaren
- zou verklaren
- zouden verklaren
- zouden verklaren
- zouden verklaren
diversen
- verklaar!
- verklaart!
- verklaard
- verklarend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze