Home
Dictionaries
Word Fun
About
Feedback
In Nederlands
Home
->
Dictionaries
->
Dutch/Dutch
->Translate kans
Synonyms for
kans
in Dutch
Search
Remove Ads
Summary
Dutch Synonyms:
more detail...
kans:
mogelijkheid
;
kans
;
gelegenheid
;
gewaagde onderneming
;
risicovolle onderneming
;
risico
;
gok
;
waagstuk
;
vooruitzicht
;
toekomst
;
perspectief
;
verkoopkans
kan:
kan
;
schenkkan
Dutch
Detailed Synonyms for
kans
in Dutch
kans:
kans
[
de ~
]
noun
,
plural
de kans
de
mogelijkheid
;
de
kans
;
de
gelegenheid
mogelijkheid
[
de ~ (v)
]
noun
kans
[
de ~
]
noun
,
plural
gelegenheid
[
de ~ (v)
]
noun
de kans
gewaagde onderneming
;
risicovolle onderneming
;
de
risico
;
de
gok
;
de
waagstuk
;
de
kans
gewaagde onderneming
[
znw.
]
noun
risicovolle onderneming
[
znw.
]
noun
risico
[
de ~ (m)
]
noun
gok
[
de ~ (m)
]
noun
waagstuk
[
de ~ (m)
]
noun
kans
[
de ~
]
noun
,
plural
de kans
het
vooruitzicht
;
de
toekomst
;
de
perspectief
;
de
kans
vooruitzicht
[
het ~
]
noun
toekomst
[
de ~ (v)
]
noun
perspectief
[
de ~
]
noun
kans
[
de ~
]
noun
,
plural
de kans
de
kans
;
verkoopkans
kans
[
de ~
]
noun
verkoopkans
de kans
– het proberen van iets terwijl je weet dat het misschien mislukt
1
de
kans
– het proberen van iets terwijl je weet dat het misschien mislukt
1
kans
[
de ~
]
noun
waag eens een kans! koop een lot!
1
de kans
– iets dat mogelijk of waarschijnlijk is
1
de
kans
– iets dat mogelijk of waarschijnlijk is
1
kans
[
de ~
]
noun
ik krijg geen kans om vooraan te lopen
1
Related Words for "kans":
kansen
,
kan
Alternate Synonyms for "kans":
gok
Related Definitions for "kans":
het proberen van iets terwijl je weet dat het misschien mislukt
1
waag eens een kans! koop een lot!
1
iets dat mogelijk of waarschijnlijk is
1
ik krijg geen kans om vooraan te lopen
1
kans
form of
kan
:
kan
[
de ~ (m)
]
noun
de kan
de
kan
;
de
schenkkan
kan
[
de ~ (m)
]
noun
schenkkan
[
de ~
]
noun
Related Words for "kan":
kannen
,
kanen
,
kans
,
kantje
,
kantjes
1
Muiswerk Woordenboek
Remove Ads
Remove Ads