Dutch
Detailed Synonyms for in gedachten verzonken zijn in Dutch
in gedachten verzonken zijn:
in gedachten verzonken zijn verb (ben in gedachte verzonken, bent in gedachte verzonken, is in gedachte verzonken, was in gedachte verzonken, waren in gedachte verzonken, in gedachte verzonken geweest)
-
in gedachten verzonken zijn
in gedachten verzonken zijn-
in gedachten verzonken zijn verb (ben in gedachte verzonken, bent in gedachte verzonken, is in gedachte verzonken, was in gedachte verzonken, waren in gedachte verzonken, in gedachte verzonken geweest)
-
Conjugations for in gedachten verzonken zijn:
o.t.t.
- ben in gedachte verzonken
- bent in gedachte verzonken
- is in gedachte verzonken
- zijn in gedachte verzonken
- zijn in gedachte verzonken
- zijn in gedachte verzonken
o.v.t.
- was in gedachte verzonken
- was in gedachte verzonken
- was in gedachte verzonken
- waren in gedachte verzonken
- waren in gedachte verzonken
- waren in gedachte verzonken
v.t.t.
- ben in gedachte verzonken geweest
- bent in gedachte verzonken geweest
- is in gedachte verzonken geweest
- zijn in gedachte verzonken geweest
- zijn in gedachte verzonken geweest
- zijn in gedachte verzonken geweest
v.v.t.
- was in gedachte verzonken geweest
- was in gedachte verzonken geweest
- was in gedachte verzonken geweest
- waren in gedachte verzonken geweest
- waren in gedachte verzonken geweest
- waren in gedachte verzonken geweest
o.t.t.t.
- zal in gedachten verzonken zijn
- zult in gedachten verzonken zijn
- zal in gedachten verzonken zijn
- zullen in gedachten verzonken zijn
- zullen in gedachten verzonken zijn
- zullen in gedachten verzonken zijn
o.v.t.t.
- zou in gedachten verzonken zijn
- zou in gedachten verzonken zijn
- zou in gedachten verzonken zijn
- zouden in gedachten verzonken zijn
- zouden in gedachten verzonken zijn
- zouden in gedachten verzonken zijn
diversen
- ben in gedachte verzonken!
- bent in gedachte verzonken!
- in gedachte verzonken geweest
- in gedachte verzonken zijnd
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze