Translate zich overgeven from Dutch to French

Summary

Dutch to French: more detail...

zich overgeven:
- se rendre; capituler; rendre les armes; se livrer; déposer; céder
Wiktionary:
- zich overgeven → se rendre

Dutch

Detailed Translations for zich overgeven from Dutch to French

zich overgeven (capituleren; opgeven)
se rendre; capituler
- se rendre verb
- capituler verb (capitule, capitules, capitulons, capitulez, capitulent, capitulais, capitulait, capitulions, capituliez, capitulaient, capitulai, capitulas, capitula, capitulâmes, capitulâtes, capitulèrent, capitulerai, capituleras, capitulera, capitulerons, capitulerez, capituleront)
zich overgeven (capituleren; opgeven; overgeven; uitleveren)
capituler; se rendre; rendre les armes; se livrer; déposer; céder
- capituler verb (capitule, capitules, capitulons, capitulez, capitulent, capitulais, capitulait, capitulions, capituliez, capitulaient, capitulai, capitulas, capitula, capitulâmes, capitulâtes, capitulèrent, capitulerai, capituleras, capitulera, capitulerons, capitulerez, capituleront)
- se rendre verb
- rendre les armes verb
- se livrer verb
- déposer verb (dépose, déposes, déposons, déposez, déposent, déposais, déposait, déposions, déposiez, déposaient, déposai, déposas, déposa, déposâmes, déposâtes, déposèrent, déposerai, déposeras, déposera, déposerons, déposerez, déposeront)
- céder verb (cède, cèdes, cédons, cédez, cèdent, cédais, cédait, cédions, cédiez, cédaient, cédai, cédas, céda, cédâmes, cédâtes, cédèrent, céderai, céderas, cédera, céderons, céderez, céderont)

Verb	Related Translations	Other Translations
capituler	capituleren; opgeven; overgeven; uitleveren; zich overgeven	toegeven; zich over geven
céder	capituleren; opgeven; overgeven; uitleveren; zich overgeven	afleggen; afstaan; als waar erkennen; bezwijken; cadeau doen; cadeau geven; doorbuigen; doorzakken; erkennen; het onderspit delven; overgeven; schenken; strijd verliezen; tenondergaan; toegeven; wijken; zwichten
déposer	capituleren; opgeven; overgeven; uitleveren; zich overgeven	aangeven; aanreiken; afgeven; deponeren; geven; iets neerleggen; leggen; neerleggen; neervlijen; neerzetten; onderuit halen; ontzetten; overgeven; overhandigen; plaatsen; posten; posteren; stationeren; storten; toesteken; uit de macht ontzetten; versturen; wegleggen; zenden; zetten
rendre les armes	capituleren; opgeven; overgeven; uitleveren; zich overgeven
se livrer	capituleren; opgeven; overgeven; uitleveren; zich overgeven
se rendre	capituleren; opgeven; overgeven; uitleveren; zich overgeven	overgeven; strijd opgeven; toegeven; zich over geven

Cross Translation:

From	To	Via
• zich overgeven	→ se rendre	↔ give up — surrender