Noun | Related Translations | Other Translations |
couler
|
|
afvloeien; wegstromen; wegvloeien
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
couler
|
vlieden; vluchten; wegvluchten
|
afdruipen; afglijden; aftakelen; afvloeien; afvoeren; afzakken; doen wegvloeien; droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen; galvaniseren; gulpen; gutsen; in stralen lopen; in stromen neerstorten; inzinken; kelderen; lopen; onder water gaan; ondergaan; sijpelen; stromen; uitdruppelen; vervallen; verzinken; vloeien; wegglijden; weglekken; wegstromen; wegvloeien; wegzinken; zakken; zinken
|
fuir
|
ontkomen; ontsnappen; ontvluchten; uitwijken; vlieden; vluchten; wegvluchten
|
deserteren; het leger ontvluchten; losbreken; ontduiken; ontglippen; ontkomen; ontlopen; ontsnappen aan; ontvluchten; ontwijken; uitwijken voor iets; van huis weglopen; vermijden; vluchten; wegdraven; weghaasten; weghollen; wegijlen; wegkomen; wegkrijgen; weglopen; wegrennen; wegsnellen; wegspoeden; wegstuiven; zich met geweld losbreken; zich vrijmaken
|
s'enfuir
|
ontkomen; ontsnappen; ontvluchten; uitwijken; vlieden; vluchten; wegvluchten
|
de plaat poetsen; deserteren; ervandoor gaan; heenkomen; hem smeren; het leger ontvluchten; losbreken; ontglippen; ontkomen; ontsnappen aan; ontvlieden; ontvluchten; uitwijken voor iets; van huis weglopen; vluchten; weghaasten; weghollen; wegijlen; wegkomen; weglopen; wegrennen; wegsnellen; wegspoeden; zich met geweld losbreken; zich uit de voeten maken; zich vrijmaken
|
s'écouler
|
vlieden; vluchten; wegvluchten
|
aflopen; afvloeien; gulpen; gutsen; in stralen lopen; in stromen neerstorten; lopen; stromen; vergaan; verlopen; verstrijken; vervallen; vloeien; voorbijgaan; wegstromen; wegvloeien
|
Other | Related Translations | Other Translations |
s'écouler
|
|
uitkomen; uitstromen
|