Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. treurigheid:
  2. treurig:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for treurigheid from Dutch to French

treurigheid:

treurigheid [de ~ (v)] noun

  1. de treurigheid
    la mélancolie; le chagrin; la détresse; le malheur; la tristesse; la misère; l'affliction

Translation Matrix for treurigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
affliction treurigheid chagrijn; droefenis; droefheid; ergernis; kruis; kwel; leed; ongeluk; pijn; rouw; smart; verdriet
chagrin treurigheid bedroefdheid; bekommernis; bezorgdheid; chagrijn; droefenis; droefheid; ergernis; kommer; leed; ongerustheid; sjacherijn; smart; treurnis; verdriet; verontrusting; zorg
détresse treurigheid behoeftigheid; droefenis; droefheid; ellende; hulpbehoevendheid; kruis; kwel; leed; malheur; moeilijkheden; nood; noodwendigheid; ongeluk; onheil; onspoed; pech; pijn; ramp; rampspoed; rouw; smart; tegenslag; tegenspoed; terugslagen
malheur treurigheid bekommernis; bezorgdheid; chagrijn; ellende; ergernis; kommer; kwel; leed; malheur; misère; moeilijkheden; ongeluk; ongerustheid; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; smart; tegenslag; tegenslagen; tegenspoed; terugslag; terugslagen; verdriet; verontrusting; zorg
misère treurigheid armoede; armzaligheid; behoeftigheid; ellende; gebrek; gebrekkige toestand; gemis; hulpbehoevendheid; ielheid; karigheid; kommer; krapte; kwel; magerheid; malheur; misère; moeilijkheden; nood; noodwendigheid; ongeluk; onheil; onspoed; pech; poverheid; problemen; ramp; rampspoed; schaarsheid; schaarste; schamelheid; schraalheid; sores; tegenslag; tegenslagen; tegenspoed; tekort; terugslagen; zorgen
mélancolie treurigheid droefenis; droefgeestigheid; gedeprimeerdheid; kruis; kwel; leed; melancholie; neerslachtigheid; ongeluk; pijn; radeloosheid; rouw; smart; somberheid; treurnis; triestheid; vertwijfeling; wanhoop; weemoed; zwaarmoedigheid
tristesse treurigheid bedroefdheid; bekommernis; bezorgdheid; chagrijn; droefenis; droefgeestigheid; droefheid; ellende; ergernis; gedeprimeerdheid; grauwheid; kleurloosheid; kommer; kruis; kwel; leed; melancholie; misère; neerslachtigheid; ongeluk; ongerustheid; pijn; radeloosheid; rouw; smart; somberheid; treurnis; triestheid; troosteloosheid; troosteloze toestand; verdriet; verontrusting; vertwijfeling; wanhoop; weemoed; zieligheid; zorg; zwaarmoedigheid
ModifierRelated TranslationsOther Translations
chagrin droefgeestig; melancholisch

Related Words for "treurigheid":


treurigheid form of treurig: