Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. snijwerk maken:


Dutch

Detailed Translations for snijwerk maken from Dutch to French

snijwerk maken:

snijwerk maken verb (maak snijwerk, maakt snijwerk, maakte snijwerk, maakten snijwerk, snijwerk gemaakt)

  1. snijwerk maken (kerven)
    couper; entailler; créneler
    • couper verb (coupe, coupes, coupons, coupez, )
    • entailler verb (entaille, entailles, entaillons, entaillez, )
    • créneler verb (crénelle, crénelles, crénelons, crénelez, )

Conjugations for snijwerk maken:

o.t.t.
  1. maak snijwerk
  2. maakt snijwerk
  3. maakt snijwerk
  4. maken snijwerk
  5. maken snijwerk
  6. maken snijwerk
o.v.t.
  1. maakte snijwerk
  2. maakte snijwerk
  3. maakte snijwerk
  4. maakten snijwerk
  5. maakten snijwerk
  6. maakten snijwerk
v.t.t.
  1. heb snijwerk gemaakt
  2. hebt snijwerk gemaakt
  3. heeft snijwerk gemaakt
  4. hebben snijwerk gemaakt
  5. hebben snijwerk gemaakt
  6. hebben snijwerk gemaakt
v.v.t.
  1. had snijwerk gemaakt
  2. had snijwerk gemaakt
  3. had snijwerk gemaakt
  4. hadden snijwerk gemaakt
  5. hadden snijwerk gemaakt
  6. hadden snijwerk gemaakt
o.t.t.t.
  1. zal snijwerk maken
  2. zult snijwerk maken
  3. zal snijwerk maken
  4. zullen snijwerk maken
  5. zullen snijwerk maken
  6. zullen snijwerk maken
o.v.t.t.
  1. zou snijwerk maken
  2. zou snijwerk maken
  3. zou snijwerk maken
  4. zouden snijwerk maken
  5. zouden snijwerk maken
  6. zouden snijwerk maken
en verder
  1. ben snijwerk gemaakt
  2. bent snijwerk gemaakt
  3. is snijwerk gemaakt
  4. zijn snijwerk gemaakt
  5. zijn snijwerk gemaakt
  6. zijn snijwerk gemaakt
diversen
  1. maak snijwerk!
  2. maakt snijwerk!
  3. snijwerk gemaakt
  4. snijwerk makend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for snijwerk maken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
couper kerven; snijwerk maken aanlengen; afbreken; afhakken; afhouwen; afkappen; afknippen; afsluiten; afsnijden; aftroeven; afzetten; besnoeien; beëindigen; breken; coifferen; couperen; doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doormidden hakken; een einde maken aan; eindigen; hakken; in stukken hakken; in tweeën houwen; kappen; klieven; kloven; knippen; kort knippen; kort maken; korten; losrukken; losscheuren; lossnijden; lostrekken; neerhalen; omverhalen; op maat snijden; opensnijden; ophouden; overtroeven; scheiden; slopen; snijden; snoeien; splitsen; stoppen; toesnijden; trimmen; troeven; uit elkaar halen; uitdoen; uitdunnen; uiteenhalen; uitmaken; uitschakelen; uitzetten; verdunnen; versnijden; verwateren; wegkappen; wegknippen; wegsnijden; wegsnoeien
créneler kerven; snijwerk maken
entailler kerven; snijwerk maken creneleren; een inkeping maken; inhakken; inhouwen; inkepen; inkerven; insnijden; kartelen; kartels krijgen; kepen; kerven

Related Translations for snijwerk maken