Dutch
Detailed Translations for samenroepen from Dutch to French
samenroepen:
-
samenroepen (convoceren; bijeenroepen)
convoquer; rassembler-
convoquer verb (convoque, convoques, convoquons, convoquez, convoquent, convoquais, convoquait, convoquions, convoquiez, convoquaient, convoquai, convoquas, convoqua, convoquâmes, convoquâtes, convoquèrent, convoquerai, convoqueras, convoquera, convoquerons, convoquerez, convoqueront)
-
rassembler verb (rassemble, rassembles, rassemblons, rassemblez, rassemblent, rassemblais, rassemblait, rassemblions, rassembliez, rassemblaient, rassemblai, rassemblas, rassembla, rassemblâmes, rassemblâtes, rassemblèrent, rassemblerai, rassembleras, rassemblera, rassemblerons, rassemblerez, rassembleront)
-
Translation Matrix for samenroepen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
convoquer | aanschrijven; aanzeggen | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
convoquer | bijeenroepen; convoceren; samenroepen | aanroepen; aanschrijven; aanzeggen; bijeen roepen; erbij halen; erbij roepen; kennis geven; konde doen; laten komen; ontbieden; oproepen; sommeren; tevoorschijn roepen; toeroepen |
rassembler | bijeenroepen; convoceren; samenroepen | bij elkaar brengen; bijeen dragen; bijeen roepen; bijeenbrengen; bijeenzamelen; bijeenzoeken; concentreren; inzamelen; op bankrekening zetten; opeenhopen; oppotten; samenbrengen; scharen; sparen; verenigen; vergaren; verzamelen |