Dutch
Detailed Translations for rechttrok from Dutch to French
rechttrekken:
-
rechttrekken
rectifier; corriger; remettre droit-
rectifier verb (rectifie, rectifies, rectifions, rectifiez, rectifient, rectifiais, rectifiait, rectifiions, rectifiiez, rectifiaient, rectifiai, rectifias, rectifia, rectifiâmes, rectifiâtes, rectifièrent, rectifierai, rectifieras, rectifiera, rectifierons, rectifierez, rectifieront)
-
corriger verb (corrige, corriges, corrigeons, corrigez, corrigent, corrigeais, corrigeait, corrigions, corrigiez, corrigeaient, corrigeai, corrigeas, corrigea, corrigeâmes, corrigeâtes, corrigèrent, corrigerai, corrigeras, corrigera, corrigerons, corrigerez, corrigeront)
-
remettre droit verb
-
Conjugations for rechttrekken:
o.t.t.
- trek recht
- trekt recht
- trekt recht
- trekken recht
- trekken recht
- trekken recht
o.v.t.
- trok recht
- trok recht
- trok recht
- trokken recht
- trokken recht
- trokken recht
v.t.t.
- heb rechtgetrokken
- hebt rechtgetrokken
- heeft rechtgetrokken
- hebben rechtgetrokken
- hebben rechtgetrokken
- hebben rechtgetrokken
v.v.t.
- had rechtgetrokken
- had rechtgetrokken
- had rechtgetrokken
- hadden rechtgetrokken
- hadden rechtgetrokken
- hadden rechtgetrokken
o.t.t.t.
- zal rechttrekken
- zult rechttrekken
- zal rechttrekken
- zullen rechttrekken
- zullen rechttrekken
- zullen rechttrekken
o.v.t.t.
- zou rechttrekken
- zou rechttrekken
- zou rechttrekken
- zouden rechttrekken
- zouden rechttrekken
- zouden rechttrekken
en verder
- ben rechtgetrokken
- bent rechtgetrokken
- is rechtgetrokken
- zijn rechtgetrokken
- zijn rechtgetrokken
- zijn rechtgetrokken
diversen
- trek recht!
- trekt recht!
- rechtgetrokken
- rechttrekkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for rechttrekken:
Verb | Related Translations | Other Translations |
corriger | rechttrekken | bijsturen; compenseren; controleren; corrigeren; fatsoeneren; goedmaken; nagaan; nakijken; rechtzetten; rectificeren; verbeteren; vergoeden |
rectifier | rechttrekken | corrigeren; rechtzetten; rectificeren; verbeteren; wijzigen |
remettre droit | rechttrekken | ding rechtzetten; recht maken |