Summary
Dutch to French: more detail...
- positief:
-
Wiktionary:
- positief → positif, strictement positif
- positief → plus, positif, positive, strictement positif
Dutch
Detailed Translations for positief from Dutch to French
positief:
-
positief
-
positief (batig)
-
positief (tot nut; gunstig; bevorderlijk; dienstig)
Translation Matrix for positief:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
avantageux | bevorderlijk; dienstig; gunstig; positief; tot nut | spotgoedkoop; voor een schijntje |
favorable | batig; bevorderlijk; dienstig; gunstig; positief; tot nut | gelukkig; genegen; goedgezind; goedgunstig; goedkeurend; gunstig gezind; gunstige; instemmend; op een aardige manier; toestemmend; veelbelovende; voorspoedig; voorspoedige; vriendelijk; vriendelijke; welgezind; welwillend |
positif | bevorderlijk; dienstig; gunstig; positief; tot nut | aangenaam; beslist; feitelijk; fijn; geheid; gewis; heus; lekker; ongetwijfeld; prettig; reëel; stellig; vast; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker |
profitable | bevorderlijk; dienstig; gunstig; positief; tot nut | lonend; lucratief; produktief; profijtelijk; rendabel; voordelig; vruchtbaar; winstgevend |
Antonyms for "positief":
Related Definitions for "positief":
Wiktionary Translations for positief:
positief
Cross Translation:
adjective
positief
-
welwillend, gunstig
- positief → positif
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• positief | → plus | ↔ plus — being positive rather than negative or zero |
• positief | → positif; positive | ↔ plus — positive, involving advantage |
• positief | → positif | ↔ plus — physics: electrically positive |
• positief | → positif | ↔ positive — definitely laid down |
• positief | → strictement positif | ↔ positive — mathematics: greater than zero |