Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. opscheppen:
  2. Wiktionary:
  3. User Contributed Translations for opscheppen:
    • vanter


Dutch

Detailed Translations for opscheppen from Dutch to French

opscheppen:

opscheppen verb (schep op, schept op, schepte op, schepten op, opgeschept)

  1. opscheppen (grootspreken)
    se vanter de; se vanter; exagérer; fanfaronner; faire le fanfaron
    • se vanter verb
    • exagérer verb (exagère, exagères, exagérons, exagérez, )
    • fanfaronner verb (fanfaronne, fanfaronnes, fanfaronnons, fanfaronnez, )
  2. opscheppen (snoeven; grootspreken; opsnijden)
    fanfaronner; se vanter de
    • fanfaronner verb (fanfaronne, fanfaronnes, fanfaronnons, fanfaronnez, )
  3. opscheppen (eten opscheppen)
    servir le manger; servir
    • servir verb (sers, sert, servons, servez, )
  4. opscheppen (zich bedienen aan tafel; opdissen; zich bedienen)

Conjugations for opscheppen:

o.t.t.
  1. schep op
  2. schept op
  3. schept op
  4. scheppen op
  5. scheppen op
  6. scheppen op
o.v.t.
  1. schepte op
  2. schepte op
  3. schepte op
  4. schepten op
  5. schepten op
  6. schepten op
v.t.t.
  1. heb opgeschept
  2. hebt opgeschept
  3. heeft opgeschept
  4. hebben opgeschept
  5. hebben opgeschept
  6. hebben opgeschept
v.v.t.
  1. had opgeschept
  2. had opgeschept
  3. had opgeschept
  4. hadden opgeschept
  5. hadden opgeschept
  6. hadden opgeschept
o.t.t.t.
  1. zal opscheppen
  2. zult opscheppen
  3. zal opscheppen
  4. zullen opscheppen
  5. zullen opscheppen
  6. zullen opscheppen
o.v.t.t.
  1. zou opscheppen
  2. zou opscheppen
  3. zou opscheppen
  4. zouden opscheppen
  5. zouden opscheppen
  6. zouden opscheppen
en verder
  1. is opgeschept
  2. zijn opgeschept
diversen
  1. schep op!
  2. schept op!
  3. opgeschept
  4. opscheppend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for opscheppen:

NounRelated TranslationsOther Translations
se vanter de beroemen
VerbRelated TranslationsOther Translations
exagérer grootspreken; opscheppen aandikken; iets overdreven voorstellen; opblazen; opkloppen; opschroeven; overdreven voorstellen; overdrijven
faire le fanfaron grootspreken; opscheppen beroemen; brallen; roem dragen
fanfaronner grootspreken; opscheppen; opsnijden; snoeven beroemen; brallen; roem dragen
se servir à table opdissen; opscheppen; zich bedienen; zich bedienen aan tafel
se vanter grootspreken; opscheppen beroemen; brallen; roem dragen
se vanter de grootspreken; opscheppen; opsnijden; snoeven beroemen; bogen; bogen op; brallen; roem dragen; zich kunnen beroemen op
servir eten opscheppen; opscheppen aan tafel bedienen; assisteren; bedienen; bijspringen; bijstaan; dienen; distribueren; fungeren; gerieven; helpen; knoppen bedienen; ondersteunen; opdienen; opdissen; optreden als; ronddelen; seconderen; serveren; uitreiken; van dienst zijn; verdelen; verstrekken; voorschotelen; voorzetten; weldoen
servir le manger eten opscheppen; opscheppen

Related Definitions for "opscheppen":

  1. er veel nadruk op leggen omdat je trots bent1
    • hij schepte op over zijn knappe zoon1
  2. op je bord scheppen1
    • mag ik nog wat opscheppen?1

Wiktionary Translations for opscheppen:


Cross Translation:
FromToVia
opscheppen fanfaronnade; vantardise boast — brag
opscheppen fanfaronner; vanter brag — to boast
opscheppen frimer angeben — sich wichtiger erscheinen lassen als man ist: prahlen, protzen

Related Translations for opscheppen