Dutch
Detailed Translations for omlaaghangen from Dutch to French
omlaaghangen:
-
omlaaghangen (naar beneden hangen)
Conjugations for omlaaghangen:
o.t.t.
- hang omlaag
- hangt omlaag
- hangt omlaag
- hangen omlaag
- hangen omlaag
- hangen omlaag
o.v.t.
- hing omlaag
- hing omlaag
- hing onlaag
- hingen onlaag
- hingen omlaag
- hingen omlaag
v.t.t.
- heb omlaaggehangen
- hebt omlaaggehangen
- heeft omlaaggehangen
- hebben omlaaggehangen
- hebben omlaaggehangen
- hebben omlaaggehangen
v.v.t.
- had omlaaggehangen
- had omlaaggehangen
- had omlaaggehangen
- hadden omlaaggehangen
- hadden omlaaggehangen
- hadden omlaaggehangen
o.t.t.t.
- zal omlaaghangen
- zult omlaaghangen
- zal omlaaghangen
- zullen omlaaghangen
- zullen omlaaghangen
- zullen omlaaghangen
o.v.t.t.
- zou omlaaghangen
- zou omlaaghangen
- zou omlaaghangen
- zouden omlaaghangen
- zouden omlaaghangen
- zouden omlaaghangen
diversen
- hang omlaag!
- hangt omlaag!
- omlaaggehangen
- omlaaghangend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for omlaaghangen:
| Noun | Related Translations | Other Translations |
| peindre | beschilderen | |
| Verb | Related Translations | Other Translations |
| peindre | naar beneden hangen; omlaaghangen | afbeelden; afschilderen; beschilderen; doen lijken; karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; lakken; portretteren; schilderen; tekenen; typeren; uitschilderen; verven |