Dutch
Detailed Translations for omhooghouden from Dutch to French
omhooghouden:
-
omhooghouden (ophouden; in de hoogte houden; hooghouden)
tenir levé; relever; maintenir; soutenir-
tenir levé verb
-
relever verb (relève, relèves, relevons, relevez, relèvent, relevais, relevait, relevions, releviez, relevaient, relevai, relevas, releva, relevâmes, relevâtes, relevèrent, relèverai, relèveras, relèvera, relèverons, relèverez, relèveront)
-
maintenir verb (maintiens, maintient, maintenons, maintenez, maintiennent, maintenais, maintenait, maintenions, mainteniez, maintenaient, maintins, maintint, maintînmes, maintîntes, maintinrent, maintiendrai, maintiendras, maintiendra, maintiendrons, maintiendrez, maintiendront)
-
soutenir verb (soutiens, soutient, soutenons, soutenez, soutiennent, soutenais, soutenait, soutenions, souteniez, soutenaient, soutins, soutint, soutînmes, soutîntes, soutinrent, soutiendrai, soutiendras, soutiendra, soutiendrons, soutiendrez, soutiendront)
-
Conjugations for omhooghouden:
o.t.t.
- houd omhoog
- houdt omhoog
- houdt omhoog
- houden omhoog
- houden omhoog
- houden omhoog
o.v.t.
- hield omhoog
- hield omhoog
- hield omhoog
- hielden omhoog
- hielden omhoog
- hielden omhoog
v.t.t.
- heb omhooggehouden
- hebt omhooggehouden
- heeft omhooggehouden
- hebben omhooggehouden
- hebben omhooggehouden
- hebben omhooggehouden
v.v.t.
- had omhooggehouden
- had omhooggehouden
- had omhooggehouden
- hadden omhooggehouden
- hadden omhooggehouden
- hadden omhooggehouden
o.t.t.t.
- zal omhooghouden
- zult omhooghouden
- zal omhooghouden
- zullen omhooghouden
- zullen omhooghouden
- zullen omhooghouden
o.v.t.t.
- zou omhooghouden
- zou omhooghouden
- zou omhooghouden
- zouden omhooghouden
- zouden omhooghouden
- zouden omhooghouden
diversen
- houd omhoog!
- houdt omhoog!
- omhooggehouden
- omhooghoudend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze