Dutch

Detailed Translations for keep from Dutch to French

keep:

keep [de ~ (m)] noun

  1. de keep (soort vink)
    la coche; la dent; l'entaille; l'encoche; l'encochage
  2. de keep (inkerving; inkeping; kerf)
    la coupure; l'encoche; l'entaille; la césure; la coche; la balafre; la taillade; l'estafilade; l'incision

Translation Matrix for keep:

NounRelated TranslationsOther Translations
balafre inkeping; inkerving; keep; kerf hak; houw; sabelhouw; slag met een scherp werktuig
coche inkeping; inkerving; keep; kerf; soort vink vinkje
coupure inkeping; inkerving; keep; kerf aantekening; bankbiljet; briefje; coupure; inkeping; insnijding; jaap; kattebelletje; kladbriefje; kladje; knipsel; krabbel; papiergeld; schrijfsel; snede; snee; sneetje; snijding; snijwond; snijwondje; storing; uitknipsel
césure inkeping; inkerving; keep; kerf cesuur; inkeping; insnijding; jaap; snede; snee
dent keep; soort vink tand
encochage keep; soort vink
encoche inkeping; inkerving; keep; kerf; soort vink barst; gat; groef; inkeping; insnijding; jaap; kloof; opening; reet; scheur; snede; snee; split; uitsparing
entaille inkeping; inkerving; keep; kerf; soort vink gleuf; groef; groeve; inkeping; inkerving; insnijding; jaap; kerfsnede; kier; langwerpige uitholling; opening; sleuf; snede; snee; sneetje; snijwond; snijwondje
estafilade inkeping; inkerving; keep; kerf
incision inkeping; inkerving; keep; kerf inkeping; insnijding; jaap; snede; snee
taillade inkeping; inkerving; keep; kerf cesuur

Related Words for "keep":


Wiktionary Translations for keep:

keep
noun
  1. entaille en forme de coche.
  2. ornithol|nocat Espèce de petit oiseau passereau chanteur d’Eurasie, pinson ayant la gorge, le haut de la poitrine et les épaules orangées et dont le mâle arbore un plumage nuptial très contrasté comportant du noir, de l’orange et du blanc.
  3. mécanique|fr Petite entaille faite en long sur l’épaisseur d’une pièce mécanique, pour y assembler une autre pièce, ou pour servir à une coulisse.

Cross Translation:
FromToVia
keep encoche notch — such a cut, used for keeping a record
keep pinson du nord Bergfink — kleiner, europäischer Singvogel der Art Fringilla montifringilla.

kepen:

kepen [de ~] noun, plural

  1. de kepen
    le morceaux; la fente; la déchirure; la tranches; l'arrachement; l'incisions

kepen verb (keep, keept, keepte, keepten, gekeept)

  1. kepen (inkepen; kerven; een inkeping maken; inkerven)
    encocher; entailler; scarifier; faire une encoche; tailler; graver; inciser; rainurer; rainer
    • encocher verb (encoche, encoches, encochons, encochez, )
    • entailler verb (entaille, entailles, entaillons, entaillez, )
    • scarifier verb (scarifie, scarifies, scarifions, scarifiez, )
    • tailler verb (taille, tailles, taillons, taillez, )
    • graver verb (grave, graves, gravons, gravez, )
    • inciser verb (incise, incises, incisons, incisez, )
    • rainurer verb (rainure, rainures, rainurons, rainurez, )
    • rainer verb (raine, raines, rainons, rainez, )

Conjugations for kepen:

o.t.t.
  1. keep
  2. keept
  3. keept
  4. kepen
  5. kepen
  6. kepen
o.v.t.
  1. keepte
  2. keepte
  3. keepte
  4. keepten
  5. keepten
  6. keepten
v.t.t.
  1. heb gekeept
  2. hebt gekeept
  3. heeft gekeept
  4. hebben gekeept
  5. hebben gekeept
  6. hebben gekeept
v.v.t.
  1. had gekeept
  2. had gekeept
  3. had gekeept
  4. hadden gekeept
  5. hadden gekeept
  6. hadden gekeept
o.t.t.t.
  1. zal kepen
  2. zult kepen
  3. zal kepen
  4. zullen kepen
  5. zullen kepen
  6. zullen kepen
o.v.t.t.
  1. zou kepen
  2. zou kepen
  3. zou kepen
  4. zouden kepen
  5. zouden kepen
  6. zouden kepen
en verder
  1. is gekeept
diversen
  1. keep!
  2. keept!
  3. gekeept
  4. kepend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for kepen:

NounRelated TranslationsOther Translations
arrachement kepen afpakken; afrukken; losrukken; omzagen; vellen
déchirure kepen afrukken; barsten; krab; krabwond; krakken; kras; losrukken; scheur; schram; torn
fente kepen gleuf; groef; groeve; insnijding; kier; kiertje; kloof; langwerpige uitholling; opening; sleuf; spleet; split; tussenruimte; uitsparing; vore
incisions kepen barsten; japen; scheuren; sneden; snedes; sprongen
morceaux kepen snippers; spaanders
tailler houwen
tranches kepen bandbreedte
VerbRelated TranslationsOther Translations
encocher een inkeping maken; inkepen; inkerven; kepen; kerven creneleren; insnijden; kartelen; kartels krijgen
entailler een inkeping maken; inkepen; inkerven; kepen; kerven creneleren; inhakken; inhouwen; insnijden; kartelen; kartels krijgen; kerven; snijwerk maken
faire une encoche een inkeping maken; inkepen; inkerven; kepen; kerven
graver een inkeping maken; inkepen; inkerven; kepen; kerven branden; creneleren; etsen; graveren; griffelen; griffen; groeven; ingraveren; inkerven; insnijden; met een stift inkrassen; uitbeitelen; uitbikken
inciser een inkeping maken; inkepen; inkerven; kepen; kerven creneleren; groeven; inkerven; insnijden
rainer een inkeping maken; inkepen; inkerven; kepen; kerven
rainurer een inkeping maken; inkepen; inkerven; kepen; kerven
scarifier een inkeping maken; inkepen; inkerven; kepen; kerven
tailler een inkeping maken; inkepen; inkerven; kepen; kerven aanzetten; afknippen; afsnijden; beknotten; beperken; besnoeien; bijknippen; coifferen; couperen; creneleren; een beetje knippen; insnijden; kappen; knippen; kort knippen; kort maken; korten; op maat snijden; scherpen; slijpen; snijden; snoeien; toesnijden; trimmen; uithakken; uithouwen; uitkappen; wetten

Related Words for "kepen":