Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. inoliën:


Dutch

Detailed Translations for inolie from Dutch to French

inoliën:

inoliën verb (olie in, oliet in, oliede in, olieden in, ingeölied)

  1. inoliën (invetten; oliën; smeren)
    huiler; graisser; lubrifier
    • huiler verb (huile, huiles, huilons, huilez, )
    • graisser verb (graisse, graisses, graissons, graissez, )
    • lubrifier verb (lubrifie, lubrifies, lubrifions, lubrifiez, )

Conjugations for inoliën:

o.t.t.
  1. olie in
  2. oliet in
  3. oliet in
  4. oliën in
  5. oliën in
  6. oliën in
o.v.t.
  1. oliede in
  2. oliede in
  3. oliede in
  4. olieden in
  5. olieden in
  6. olieden in
v.t.t.
  1. heb ingeölied
  2. hebt ingeölied
  3. heeft ingeölied
  4. hebben ingeölied
  5. hebben ingeölied
  6. hebben ingeölied
v.v.t.
  1. had ingeölied
  2. had ingeölied
  3. had ingeölied
  4. hadden ingeölied
  5. hadden ingeölied
  6. hadden ingeölied
o.t.t.t.
  1. zal inoliën
  2. zult inoliën
  3. zal inoliën
  4. zullen inoliën
  5. zullen inoliën
  6. zullen inoliën
o.v.t.t.
  1. zou inoliën
  2. zou inoliën
  3. zou inoliën
  4. zouden inoliën
  5. zouden inoliën
  6. zouden inoliën
en verder
  1. ben ingeölied
  2. bent ingeölied
  3. is ingeölied
  4. zijn ingeölied
  5. zijn ingeölied
  6. zijn ingeölied
diversen
  1. olie in!
  2. oliet in!
  3. ingeölied
  4. inoliënd
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for inoliën:

VerbRelated TranslationsOther Translations
graisser inoliën; invetten; oliën; smeren bekladden; bemorsen; besmeren; bevlekken; bevuilen; doorsmeren
huiler inoliën; invetten; oliën; smeren doorsmeren
lubrifier inoliën; invetten; oliën; smeren doorsmeren