Dutch

Detailed Translations for innerlijk from Dutch to French

innerlijk:

innerlijk [znw.] noun

  1. innerlijk (psyche)
    l'intérieur; la psyché; l'entrailles; le dedans

Translation Matrix for innerlijk:

NounRelated TranslationsOther Translations
dedans innerlijk; psyche binnenkant; binnenzijde
entrailles innerlijk; psyche
intérieur innerlijk; psyche binnenkant; binnenste; binnenzijde; interieur; inwendige; middelste
psyché innerlijk; psyche kapspiegel; toiletspiegel
spirituel geestenbezweerder; spiritist; spiritualist
ModifierRelated TranslationsOther Translations
dedans aan de binnenkant; binnenin; daarbinnen; daarin; erin; in
interne binnenste; innerlijk aan de binnenkant; binnenin; intern; inwendig; inwendige; inwonende; stagiair; van binnen
intérieur binnenste; innerlijk aan de binnenkant; binnenin; binnenlands; binnenlandse; intern; inwendig; inwendige; nationale; van binnen
spirituel geestelijk; innerlijk; inwendig geestelijk; geestelijke; gelovig; godsdienstig; godvruchtig; herderlijk; kerkelijk; met betrekking tot herders; onstoffelijk; religieus; spiritueel; spirituele; vroom
à l'intérieur binnenste; innerlijk aan de binnenkant; binnen; binnenin; binnenwaarts; daarbinnen; daarin; erin; hierbinnen; intern; inwaarts; inwendig; naar binnen

Related Words for "innerlijk":

  • innerlijkheid, innerlijke