Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. iemand toetakelen:


Dutch

Detailed Translations for iemand toetakelen from Dutch to French

iemand toetakelen:

iemand toetakelen verb

  1. iemand toetakelen (afranselen)
    agiter; abîmer; maltraiter; amocher
    • agiter verb (agite, agites, agitons, agitez, )
    • abîmer verb (abîme, abîmes, abîmons, abîmez, )
    • maltraiter verb (maltraite, maltraites, maltraitons, maltraitez, )
    • amocher verb (amoche, amoches, amochons, amochez, )

Translation Matrix for iemand toetakelen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
abîmer afranselen; iemand toetakelen aan de zwerf zijn; aantasten; aanvreten; afbreken; bederven; beschadigen; breken; in elkaar slaan; in stukken breken; kapot maken; kapotbreken; kapotmaken; moeren; mollen; neerhalen; omverhalen; pijn bezorgen; pijn doen; rondzwerven; slechten; slopen; stukmaken; toetakelen; uit elkaar halen; verbroddelen; verhaspelen; verklungelen; verknallen; verknoeien; verloederen; verpesten; verslonzen; verwonden; verzieken; zeer doen; zwerven
agiter afranselen; iemand toetakelen aan de zwerf zijn; agiteren; beroeren; beven; heen en weer bewegen; heen en weer zwaaien; in beroering brengen; omroeren; op en neer bewegen; oppoken; opstoken; roeren; rondzwerven; schudden; slingeren; trillen; wriggelen; wrikken; zwaaien; zwenken; zwerven
amocher afranselen; iemand toetakelen aan de zwerf zijn; aframmelen; afranselen; afrossen; aftuigen; in elkaar slaan; in elkaar timmeren; knauwen; pijn bezorgen; pijn doen; rondzwerven; toetakelen; verwonden; zeer doen; zwerven
maltraiter afranselen; iemand toetakelen brutaliseren; bruuskeren; koeioneren; kwellen; mishandelen; molesteren; narren; pesten; pijnigen; plagen; sarren; tarten; tergen; treiteren

Related Translations for iemand toetakelen