Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. huichelend:
  2. huichelen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for huichelend from Dutch to French

huichelend:


huichelen:

huichelen verb (huichel, huichelt, huichelde, huichelden, gehuicheld)

  1. huichelen
    affecter; prétendre; feindre; simuler; prétexter; faire semblant
    • affecter verb (affecte, affectes, affectons, affectez, )
    • prétendre verb (prétends, prétend, prétendons, prétendez, )
    • feindre verb (feins, feint, feignons, feignez, )
    • simuler verb (simule, simules, simulons, simulez, )
    • prétexter verb (prétexte, prétextes, prétextons, prétextez, )

Conjugations for huichelen:

o.t.t.
  1. huichel
  2. huichelt
  3. huichelt
  4. huichelen
  5. huichelen
  6. huichelen
o.v.t.
  1. huichelde
  2. huichelde
  3. huichelde
  4. huichelden
  5. huichelden
  6. huichelden
v.t.t.
  1. heb gehuicheld
  2. hebt gehuicheld
  3. heeft gehuicheld
  4. hebben gehuicheld
  5. hebben gehuicheld
  6. hebben gehuicheld
v.v.t.
  1. had gehuicheld
  2. had gehuicheld
  3. had gehuicheld
  4. hadden gehuicheld
  5. hadden gehuicheld
  6. hadden gehuicheld
o.t.t.t.
  1. zal huichelen
  2. zult huichelen
  3. zal huichelen
  4. zullen huichelen
  5. zullen huichelen
  6. zullen huichelen
o.v.t.t.
  1. zou huichelen
  2. zou huichelen
  3. zou huichelen
  4. zouden huichelen
  5. zouden huichelen
  6. zouden huichelen
diversen
  1. huichel!
  2. huichelt!
  3. gehuicheld
  4. huichelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for huichelen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
affecter huichelen achterhouden; behouden; opzijleggen; reserveren; terughouden
faire semblant huichelen beweren; fingeren; pretenderen; simuleren; stellen; veinzen; verklaren; voorgeven; voorwenden
feindre huichelen acteren; beweren; doen alsof; dramatiseren; fingeren; iemand begunstigen; pretenderen; simuleren; spelen; stellen; toneelspelen; veinzen; verklaren; voorgeven; voorschuiven; voorspiegelen; voortrekken; voorwenden; zich aanstellen
prétendre huichelen beweren; fingeren; iemand begunstigen; pretenderen; simuleren; stellen; veinzen; verklaren; voorgeven; voorschuiven; voorspiegelen; voortrekken; voorwenden
prétexter huichelen beweren; fingeren; iemand begunstigen; pretenderen; simuleren; stellen; veinzen; verklaren; voorgeven; voorschuiven; voorspiegelen; voortrekken; voorwenden
simuler huichelen acteren; beweren; doen alsof; dramatiseren; fingeren; pretenderen; simuleren; spelen; stellen; toneelspelen; veinzen; verklaren; voorgeven; voorwenden; zich aanstellen

Related Definitions for "huichelen":

  1. vriendelijk doen terwijl je het niet meent1
    • hij huichelt altijd tegen de directeur1

Wiktionary Translations for huichelen:

huichelen
verb
  1. veinzen, doen alsof

Cross Translation:
FromToVia
huichelen feindre heucheln — Zustimmung gegenüber einer anderen Person trotz nicht geäußerter gegenteiliger Eigenmeinung vortäuschen