Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. hazenleger:


Dutch

Detailed Translations for hazenleger from Dutch to French

hazenleger:

hazenleger [het ~] noun

  1. het hazenleger (lager; leger)
    le gîte; le gîte de lièvre
  2. het hazenleger
    le gîte; le lièvre

Translation Matrix for hazenleger:

NounRelated TranslationsOther Translations
gîte hazenleger; lager; leger accommodatie; behuizing; hol; hol van een dier; huisvesting; kwartier; leger; onderdak; onderkomen; schuilplaats; slaapverblijf; slaapvertrek; slagzij; tehuis; verblijfplaats
gîte de lièvre hazenleger; lager; leger
lièvre hazenleger haas; propagandist; stemmingmaker

Related Words for "hazenleger":

  • hazenlegers