Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. handlanger:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for handlanger from Dutch to French

handlanger:

handlanger [de ~ (m)] noun

  1. de handlanger (trawant)
    le complice; l'allié; l'assistant
  2. de handlanger (medeplichtige)
    le compère; le complice; l'acolyte; l'affidé

Translation Matrix for handlanger:

NounRelated TranslationsOther Translations
acolyte handlanger; medeplichtige misdienaar
affidé handlanger; medeplichtige
allié handlanger; trawant bondgenoot; geallieerde; medestander; voorstander
assistant handlanger; trawant arbeider; arbeidskracht; assistent; getuige; helper; hulp; hulpleraar; hulponderwijzer; klerk; medewerker; omstander; personeelslid; secondant; tijdelijke leerkracht; toeschouwer; werkkracht; werknemer
complice handlanger; medeplichtige; trawant handlangster; medeplichtige; medeverantwoordelijke
compère handlanger; medeplichtige
ModifierRelated TranslationsOther Translations
allié aaneengesloten; een eenheid vormend; geallieerd; gerelateerd; samenhangend; verbonden; verenigd; verwant
complice medeplichtig; medeschuldig

Related Words for "handlanger":


Wiktionary Translations for handlanger:


Cross Translation:
FromToVia
handlanger complice accomplice — a cooperator
handlanger complice accomplice — an associate in the commission of a crime