Home ->Dictionaries ->Dutch/French ->Translate gesteldheden

Translate gesteldheden from Dutch to French

Summary

Dutch to French: more detail...

gesteldheden:
- conditions; dispositions; circonstances; situations
gesteldheid:
- état; situation; position; condition; prise de position; qualité
Wiktionary:
- gesteldheid → aptitude, état
- gesteldheid → nature, état, qualité, fait

Dutch

Detailed Translations for gesteldheden from Dutch to French

gesteldheden:

gesteldheden [de ~] noun, plural

de gesteldheden
la conditions; la dispositions; la circonstances; la situations
- conditions [la ~] noun
- dispositions [la ~] noun
- circonstances [la ~] noun
- situations [la ~] noun

Translation Matrix for gesteldheden:

Noun	Related Translations	Other Translations
circonstances	gesteldheden	gang van zaken; tijdsomstandigheden; toedracht
conditions	gesteldheden	condities; voorwaarden
dispositions	gesteldheden	maatregel; schikking; voorziening
situations	gesteldheden	toestanden

Related Words for "gesteldheden":

gesteldheid

gesteldheid:

gesteldheid [de ~ (v)] noun

de gesteldheid (toestand; staat; positie)
l'état; la situation; la position; la condition; la prise de position
- état [le ~] noun
- situation [la ~] noun
- position [la ~] noun
- condition [la ~] noun
- prise de position [la ~] noun
de gesteldheid (hoedanigheid; kwaliteit)
la qualité
- qualité [la ~] noun

Translation Matrix for gesteldheid:

Noun	Related Translations	Other Translations
condition	gesteldheid; positie; staat; toestand	artikel; beding; bepaling; beperking; clausule; conditie; criterium; eis; kriterium; land; must; natie; restrictie; rijk; staat; toestand; vereiste; voorbehoud; voorwaarde; zinsnede
position	gesteldheid; positie; staat; toestand	aanname; ambt; baan; betrekking; bewering; denkbeeld; dienstbetrekking; functie; gelid; gezichtspunt; hiërarchie; houding; idee; interpretatie; inzicht; job; lezing; ligging; locatie; mening; oordeel; opinie; opvatting; plaatsbepaling; positie; rang; rangorde; rechtspositie; standpunt; standpuntbepaling; stelling; stellingname; thema; these; thesis; visie; volgorde; werk; werkkring; werkplek; zienswijze
prise de position	gesteldheid; positie; staat; toestand	aanname; bewering; denkbeeld; gezichtspunt; houding; idee; interpretatie; inzicht; lezing; mening; oordeel; opinie; opvatting; positie; standpunt; standpuntbepaling; stelling; stellingname; thema; these; thesis; visie; zienswijze
qualité	gesteldheid; hoedanigheid; kwaliteit	bekwaamheid; capaciteit; eigenschap; gehalte; hoedanigheid; karaktereigenschap; karakterisering; karakteristiek; karaktertrek; karaktertrekje; kenmerk; kwaliteit; kwalititeit; stigma; ter zake kundigheid; trekje; typering; waardigheid
situation	gesteldheid; positie; staat; toestand	baan; conditie; dienstbetrekking; functie; job; land; ligging; locatie; natie; omstandigheden; omstandigheid; plaatsbepaling; positie; rijk; situatie; staat; stand van zaken; toestand
état	gesteldheid; positie; staat; toestand	aanzien; achtbaarheid; conditie; land; natie; prestige; rijk; staat; status; toestand

Related Words for "gesteldheid":

gesteldheden

Wiktionary Translations for gesteldheid:

gesteldheid

noun

Capacité, compétence, disposition naturelle à faire quelque chose.
- aptitude → bekwaamheid; kundigheid; aanleg; gesteldheid; wilsbeschikking
Disposition de quelqu’un, de quelque chose
- état → staat; constellatie; gesteldheid; situatie; stand; toestand

Cross Translation:

From	To	Via
• gesteldheid	→ nature; état; qualité; fait	↔ Beschaffenheit — heutzutage sehr selten im Plural: Eigenart oder Zustand einer Sache