Noun | Related Translations | Other Translations |
action réciproque
|
correlatie; interactie; wisselwerking
|
|
affinité
|
band; correlatie; relatie; samenhang; verband; verbinding
|
aanverwantschap; affiniteit
|
analogie
|
band; correlatie; relatie; samenhang; verband; verbinding
|
analogie; eenheid; eenvormigheid; evenbeeld; gelijkaardigheid; gelijksoortigheid; gelijkvormigheid; monotonie; soortgelijkheid; uniformiteit
|
cohérence
|
band; correlatie; relatie; samenhang; verband; verbinding
|
|
cohésion
|
band; correlatie; relatie; samenhang; verband; verbinding
|
cohesie; hechtheid; soliditeit; stevigheid; vastheid
|
connexion
|
band; correlatie; relatie; samenhang; verband; verbinding
|
aaneenkoppeling; aansluiting; communicatie; connectie; contact; koppeling; schakeling; verbinding
|
consistance
|
band; correlatie; relatie; samenhang; verband; verbinding
|
corpulentie; dikte; gezetheid; hechtheid; lijvigheid; onverbrekelijkheid; soliditeit; stevigheid; vastheid; zwaarlijvigheid
|
corrélation
|
band; correlatie; interactie; relatie; samenhang; verband; verbinding; wisselwerking
|
|
interaction
|
band; correlatie; interactie; relatie; samenhang; verband; verbinding; wisselwerking
|
interactie
|
liaison
|
band; correlatie; relatie; samenhang; verband; verbinding
|
OLE/DDE-koppeling; aaneenkoppeling; aaneenvoeging; aansluiting; affaire; afgesproken ontmoeting; afspraak; akkoord; avontuurtje; band; binding; bond; bondgenootschap; connectie; contact; federatie; gebondenheid; gegevensbinding; het gebonden zijn; koppelen; koppeling; liaison; liefdesbetrekking; liefdesrelatie; liga; link; onderling verband; pact; relatie; samenhang; samenvoeging; schakel; slippertje; unie; verband; verbinding; verbond; verdrag; verhouding; verkering
|
lien
|
band; correlatie; relatie; samenhang; verband; verbinding
|
aansluiting; alliantie; band; bond; bondgenootschap; connectie; hyperlink; liaison; link; onderling verband; relatie; samenhang; schakel; sluitband; verband; verbinding; verbond
|
parenté
|
band; correlatie; relatie; samenhang; verband; verbinding
|
aanverwantschap; bloedverwant; familielid; relatie; stamverwantschap; verwantschap
|
rapport
|
band; correlatie; relatie; samenhang; verband; verbinding
|
aankondigen; aansluiting; akkoord; band; bekendmaken; bericht; binding; bond; bondgenootschap; connectie; federatie; gebondenheid; geschiedenis; het gebonden zijn; liaison; liefdesbetrekking; liefdesrelatie; liga; link; melden; notulen; ommegang; pact; rapport; referaat; relaas; relatie; reportage; samenhang; unie; verband; verbinding; verbond; verdichtsel; verdrag; verhaal; verhaaltje; verhouding; verkering; verslag; vertelling; vertelsel; weergave
|
relation
|
band; correlatie; relatie; samenhang; verband; verbinding
|
aansluiting; affaire; akkoord; avontuurtje; band; bekende; bekende persoon; binding; bond; bondgenootschap; connectie; contact; federatie; gebondenheid; het gebonden zijn; kennis; liaison; liefdesbetrekking; liefdesrelatie; liga; link; onderling verband; pact; relatie; samenhang; schakel; slippertje; unie; verband; verbinding; verbond; verdrag; verhouding; verkering; verwantschap
|
réciprocité
|
band; correlatie; interactie; relatie; samenhang; verband; verbinding; wisselwerking
|
wederkerigheid; wederzijdsheid
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
liaison
|
|
koppelen
|
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
liaison
|
|
koppelen
|