Summary
Dutch to French: more detail...
- afgestompt:
- afstompen:
-
Wiktionary:
- afgestompt → endurci, insensible, sans-coeur
- afstompen → abêtir, adoucir, engourdir, émousser
Dutch
Detailed Translations for afgestompt from Dutch to French
afgestompt:
-
afgestompt (stompzinnig; dom; onnozel; verstandeloos; achterlijk; breinloos; onverstandig; hersenloos; geesteloos; idioot; onbenullig; stupide)
Translation Matrix for afgestompt:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
stupide | achterlijk; afgestompt; breinloos; dom; geesteloos; hersenloos; idioot; onbenullig; onnozel; onverstandig; stompzinnig; stupide; verstandeloos | achterlijk; dom; dwaas; eigenaardig; gek; geschift; gestoord; getikt; hoorndol; idioot; idioterig; kierewiet; knots; krankjorum; krankzinnig; leeghoofdig; maf; mal; mesjogge; niet goed snik; onbenullig; onnozel; onverstandig; stom; stupide; suf; typisch; vreemd; zot |
état obtus | achterlijk; afgestompt; breinloos; dom; geesteloos; hersenloos; idioot; onbenullig; onnozel; onverstandig; stompzinnig; stupide; verstandeloos |
Wiktionary Translations for afgestompt:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• afgestompt | → endurci; insensible; sans-coeur | ↔ callous — emotionally hardened |
afstompen:
-
afstompen (vervlakken)
abêtir; abrutir; niveler-
abêtir verb (abêtis, abêtit, abêtissons, abêtissez, abêtissent, abêtissais, abêtissait, abêtissions, abêtissiez, abêtissaient, abêtîmes, abêtîtes, abêtirent, abêtirai, abêtiras, abêtira, abêtirons, abêtirez, abêtiront)
-
abrutir verb (abrutis, abrutit, abrutissons, abrutissez, abrutissent, abrutissais, abrutissait, abrutissions, abrutissiez, abrutissaient, abrutîmes, abrutîtes, abrutirent, abrutirai, abrutiras, abrutira, abrutirons, abrutirez, abrutiront)
-
niveler verb (nivelle, nivelles, nivelons, nivelez, nivellent, nivelais, nivelait, nivelions, niveliez, nivelaient, nivelai, nivelas, nivela, nivelâmes, nivelâtes, nivelèrent, nivellerai, nivelleras, nivellera, nivellerons, nivellerez, nivelleront)
-
Conjugations for afstompen:
o.t.t.
- stomp af
- stompt af
- stompt af
- stompen af
- stompen af
- stompen af
o.v.t.
- stompte af
- stompte af
- stompte af
- stompten af
- stompten af
- stompten af
v.t.t.
- ben afgestompt
- bent afgestompt
- is afgestompt
- zijn afgestompt
- zijn afgestompt
- zijn afgestompt
v.v.t.
- was afgestompt
- was afgestompt
- was afgestompt
- waren afgestompt
- waren afgestompt
- waren afgestompt
o.t.t.t.
- zal afstompen
- zult afstompen
- zal afstompen
- zullen afstompen
- zullen afstompen
- zullen afstompen
o.v.t.t.
- zou afstompen
- zou afstompen
- zou afstompen
- zouden afstompen
- zouden afstompen
- zouden afstompen
diversen
- stomp af!
- stompt af!
- afgestompt
- afstompende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for afstompen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
abrutir | afstompen; vervlakken | ruw worden; verruwen |
abêtir | afstompen; vervlakken | |
niveler | afstompen; vervlakken | assimileren; betalen; effenen; egaliseren; gelijkmaken; gladmaken; nivelleren; vereffenen; vlak maken; voldoen |