Dutch
Detailed Translations for aanzwengelen from Dutch to French
aanzwengelen:
-
aanzwengelen (aanslingeren)
-
aanzwengelen (aanslingeren)
Translation Matrix for aanzwengelen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
démarrage à la manivelle | aanslingeren; aanzwengelen | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
démarrer à la manivelle | aanslingeren; aanzwengelen | |
mettre en marche | aanslingeren; aanzwengelen | aanbreken; aandoen; aandraaien; aandrijven; aangaan; aankaarten; aanknopen; aanmaken; aansnijden; aansporen; aanvangen; aanzetten; beginnen; een begin nemen; entameren; gesprek aanknopen; handelen; in werking stellen; inluiden; inschakelen; leven; manipuleren; ondernemen; openen; opereren; opkrikken; opstarten; optreden; opwekken; opwerpen; prikkelen; procederen; starten; stimuleren; te berde brengen; te werk gaan; ter sprake brengen; van start gaan; werken |