Summary
Dutch to French: more detail...
- aanspraak:
-
Wiktionary:
- aanspraak → réclamation, revendication, droit
Dutch
Detailed Translations for aanspraak from Dutch to French
aanspraak:
-
de aanspraak (rechtstitel; rechtsgrond; recht; titel)
Translation Matrix for aanspraak:
Noun | Related Translations | Other Translations |
droit | aanspraak; recht; rechtsgrond; rechtstitel; titel | gegrondheid; gelijk; gerechtigdheid; gerechtigheid; recht; rechtswetenschap |
fondement juridique | aanspraak; recht; rechtsgrond; rechtstitel; titel | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
droit | braaf; chagrijnig; eerlijk; fideel; kaarsrecht; knorrig; korzelig; lijnrecht; loodrecht; nors; nurks; open; openhartig; openlijk; oprecht; recht; rechtdoorzee; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig; rondborstig; ronduit; trouwhartig |
Wiktionary Translations for aanspraak:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• aanspraak | → réclamation | ↔ claim — demand of ownership |
• aanspraak | → revendication; droit | ↔ entitlement — something that one is entitled to |
• aanspraak | → droit | ↔ Anspruch — Recht, etwas zu tun, zu erhalten, usw. |
• aanspraak | → droit | ↔ Anrecht — Berechtigung, eine Sache zu erwerben oder in Anspruch zu nehmen |