Dutch
Detailed Translations for wasgoed from Dutch to French
wasgoed:
Translation Matrix for wasgoed:
Noun | Related Translations | Other Translations |
babioles | goed; wasgoed | akkefietjes; bagatellen; dingetjes; futiliteiten; kleine dingen; kleinigheden; kleinigheidjes; prullen |
blanchisserie | was; wasgoed | wasserij |
choses | goed; wasgoed | dingen; goedje; spullen; waar; zaakjes; zaken |
habits | goed; wasgoed | avondkostuums; gewaad; goed; kerkgewaden; kleding; kleren; plunje; tenue |
lessive | was; wasgoed | wasmiddel; waspoeder; zeeppoeder |
linge | goed; was; wasgoed | beddengoed; beddenlaken; droogdoek; laken; lakens; lijfgoed; linnen; linnengoed; ondergoed; onderkleren |
vêtements | goed; wasgoed | gewaad; goed; jas; kleding; kledingmateriaal; kleren; mantel; overjas; plunje; tenue; uitdossing |