Noun | Related Translations | Other Translations |
chillar
|
|
joelen
|
rascar
|
|
krabsel
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
arañar
|
krassen; zich krabben
|
afkrabben; bijeenschrapen; openkrabben; schrapen; schrappen
|
arrastrar por el suelo
|
krassen; zich krabben
|
|
cascar
|
krassen; zich krabben
|
afkraken; afranselen; babbelen; declineren; een krakend geluid maken; huizen kraken; iemand toetakelen; ijlen; kakelen; katten; kletsen; knakken; kraken; kritiseren; kwaken; kwebbelen; kwetteren; onzin uitkramen; onzin verkopen; raaskallen; ratelen; snateren; verbuigen; vervoegen; wartaal spreken
|
chillar
|
krassen; zich krabben
|
blaffen; blèren; brullen; bulderen; daveren; emmeren; fluisteren; foeteren; gillen; het uitgillen; huilen; janken; joelen; knarsen; krijsen; lispelen; luidkeels iets verkondigen; piepen; roepen; schetteren; schreeuwen; sissen; tetteren; uitbrullen; uitgillen; uitjouwen; uitkrijsen; uitroepen; uitschreeuwen; zich beklagen
|
descifrar
|
krassen; zich krabben
|
afkraken; dechiffreren; decoderen; katten; kraken; kritiseren; ontcijferen; ontknopen; ontraadselen; ontrafelen; ontsleutelen; ontwarren; oplossen; tot een oplossing brengen; uitpluizen; uitrafelen; uitvezelen; uitzoeken
|
rascar
|
krassen; zich krabben
|
afkrabben; knorren; oogsten; plukken; ronken; schrapen; schrappen; snorren; verzamelen; zagen
|
rascarse
|
krassen; zich krabben
|
|