Verb | Related Translations | Other Translations |
aparentar
|
iemand begunstigen; voorschuiven; voortrekken
|
|
desplazar hacia delante
|
duwen; iemand begunstigen; opschuiven; voorschuiven; voortrekken; vooruitschuiven
|
|
favorecer
|
begunstigen; bevoordelen; voorschuiven; voortrekken
|
bevoorrechten; doneren; geven; schenken; staan; voorrechten toekennen
|
fingir
|
iemand begunstigen; voorschuiven; voortrekken
|
acteren; beweren; doen voorkomen; fingeren; huichelen; komedie spelen; pretenderen; simuleren; stellen; toneelspelen; veinzen; verklaren; voorgeven; voorwenden; zich aanstellen
|
hacer deslizar el parabrisas
|
iemand begunstigen; voorschuiven; voortrekken
|
|
ocupar sigilosamente el asiento delantero
|
voorin schuiven; voorschuiven
|
|
pretextar
|
iemand begunstigen; voorschuiven; voortrekken
|
beweren; pretenderen; stellen; verklaren; voorgeven
|
privilegiar
|
begunstigen; bevoordelen; voorschuiven; voortrekken
|
bevoorrechten; doneren; geven; schenken; voorrechten toekennen
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
fingir
|
|
doende
|