Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. voltooiing:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for voltooiing from Dutch to Spanish

voltooiing:

voltooiing [de ~ (v)] noun

  1. de voltooiing (completering)
    el complemento; el suplemento; la reposición; la terminación; la finalización
  2. de voltooiing (volbrenging)
    el cumplimiento; el fin; la terminación

Translation Matrix for voltooiing:

NounRelated TranslationsOther Translations
complemento completering; voltooiing aanvulling; invoegtoepassing; module; plug-in; uitbreidingskaart
cumplimiento volbrenging; voltooiing afzitten; arbeidsprestatie; grote daad; invullen; invulling; prestatie; uitzitten; verrichting; vervulling; werkprestatie
fin volbrenging; voltooiing beëindiging; citadel; conclusie; crypte; deurslot; doel; doeleinde; doelschijf; doelstelling; einde; eindpunt; eindstreep; end; finale; finish; finishlijn; graf; grafplaats; intentie; inzet; kasteel; meet; moedwil; onderaardse gang; oogmerk; ridderkasteel; ridderslot; rustplaats; slot; slotbeschouwing; sluiting; streven; toeleg; uiteinde; voornemen
finalización completering; voltooiing afbouwen; afhaken; beëindiging; conclusie; einde; eindigen; kappen; ophouden; slot; slotbeschouwing; sluiting; staken; uitscheiden
reposición completering; voltooiing herplaatsing; verlevendiging
suplemento completering; voltooiing aanhangsel; aanvulling; addendum; appendix; bijbetaling; bijvoegsel; bonus; extraatje; premie; supplement; suppletie; tantième; toeslag; toevoeging; toevoegsel
terminación completering; volbrenging; voltooiing afbouwen; afwerking; conclusie; einde; eindpunt; eindstreep; finish; finishlijn; meet; slotbeschouwing
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
cumplimiento dwang

Related Words for "voltooiing":


Wiktionary Translations for voltooiing:


Cross Translation:
FromToVia
voltooiing logro; éxito accomplishment — the act of accomplishing
voltooiing conclusión completion — making complete; conclusion