Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. vijzel:
  2. vijzelen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for vijzel from Dutch to Spanish

vijzel:

vijzel [de ~ (m)] noun

  1. de vijzel
    el mortero; el gato

Translation Matrix for vijzel:

NounRelated TranslationsOther Translations
gato vijzel dommekracht; huiskat; jonge kat; kat; kater; katje; kattenkop; kop van een kat; krik; mannetjespoes; poes; poesje
mortero vijzel bik; dommekracht; gruis; hersenloze krachtpatser; macadam; metselkalk; metselspecie; mortel; mortier; puin; specie; split; steengruis; steenslag

Related Words for "vijzel":

  • vijzelen, vijzels, vijzeltje, vijzeltjes

Wiktionary Translations for vijzel:


Cross Translation:
FromToVia
vijzel mortero mortar — vessel used to grind ingredients
vijzel mortero mortier — Récipient dont on se sert pour piler certaines substances

vijzelen:

vijzelen verb (vijzel, vijzelt, vijzelde, vijzelden, gevijzeld)

  1. vijzelen

Conjugations for vijzelen:

o.t.t.
  1. vijzel
  2. vijzelt
  3. vijzelt
  4. vijzelen
  5. vijzelen
  6. vijzelen
o.v.t.
  1. vijzelde
  2. vijzelde
  3. vijzelde
  4. vijzelden
  5. vijzelden
  6. vijzelden
v.t.t.
  1. heb gevijzeld
  2. hebt gevijzeld
  3. heeft gevijzeld
  4. hebben gevijzeld
  5. hebben gevijzeld
  6. hebben gevijzeld
v.v.t.
  1. had gevijzeld
  2. had gevijzeld
  3. had gevijzeld
  4. hadden gevijzeld
  5. hadden gevijzeld
  6. hadden gevijzeld
o.t.t.t.
  1. zal vijzelen
  2. zult vijzelen
  3. zal vijzelen
  4. zullen vijzelen
  5. zullen vijzelen
  6. zullen vijzelen
o.v.t.t.
  1. zou vijzelen
  2. zou vijzelen
  3. zou vijzelen
  4. zouden vijzelen
  5. zouden vijzelen
  6. zouden vijzelen
diversen
  1. vijzel!
  2. vijzelt!
  3. gevijzeld
  4. vijzelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for vijzelen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
levantar con el gato vijzelen

Related Words for "vijzelen":