Dutch
Detailed Translations for tijgert from Dutch to Spanish
tijgert form of tijgeren:
Conjugations for tijgeren:
o.t.t.
- tijger
- tijgert
- tijgert
- tijgeren
- tijgeren
- tijgeren
o.v.t.
- tijgerde
- tijgerde
- tijgerde
- tijgerden
- tijgerden
- tijgerden
v.t.t.
- heb getijgerd
- hebt getijgerd
- heeft getijgerd
- hebben getijgerd
- hebben getijgerd
- hebben getijgerd
v.v.t.
- had getijgerd
- had getijgerd
- had getijgerd
- hadden getijgerd
- hadden getijgerd
- hadden getijgerd
o.t.t.t.
- zal tijgeren
- zult tijgeren
- zal tijgeren
- zullen tijgeren
- zullen tijgeren
- zullen tijgeren
o.v.t.t.
- zou tijgeren
- zou tijgeren
- zou tijgeren
- zouden tijgeren
- zouden tijgeren
- zouden tijgeren
en verder
- ben getijgerd
- bent getijgerd
- is getijgerd
- zijn getijgerd
- zijn getijgerd
- zijn getijgerd
diversen
- tijger!
- tijgert!
- getijgerd
- tijgerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for tijgeren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
acercarse furtivamente a | bekruipen; besluipen; tijgeren | |
acercarse sigilosamente a | bekruipen; besluipen; tijgeren |